Sint-Nicolaas in Varne

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Sint-Nicolaas in Varne (St. Nicolaas in Varne, Vaerne of Langaardenburg)

Verdronken dorp en parochie ten zuidwesten van de stad IJzendijke, aan de Belgisch-Nederlandse grens, gemeente Sluis: herbouwd in een nabij gelegen plaats (nu het grensdorp Waterland-Oudeman). Het was een moerparochie welke haar ontstaan te danken had aan ontginningen. Op een afstand van circa zevenhonderd meter ten noordwesten van de in 1144 door de Sint-Pietersabdij van Gent gestichte proosdij Elmare verrees in 1229 de kerk ter ere van Sint-Nicolaas.

De toevoeging ‘in varne’ (vaerne), in de volksmond ook 'in de varent', is wellicht een verbastering van ‘in Averno’. Een oud rijmpje luidt: Sint Jan in Eremo/Sint Laurens in Deserto/Sint Nicolaais in Averno/Sint Margriete in Orco. Als verklaring wordt gegeven: Sint Jan in armoede, op schrale moerassige gronden, Sint Laurens in de woestijn der bossen, waarmee de bodem aldaar overdekt was, Sint Nicolaas in het hof of de spelonk, de lage drassige gronden en Sint Margriete in de hel, de zware klei, die het eerst de aanval van de zee te verduren had (Roos). De Latijnse benamingen echter wijzen op een verlaten gebied: eremus (woestijn), desertum (verlaten streek, woestijn, wildernis), Avernus (naam van een meer in Italië, waar men zich de toegang tot de onderwereld dacht) en Orcus (onderwereld), zodat bovenstaande verklaring wel te denken geeft. Veel waarschijnlijker is dat ‘in de varent’ afgeleid is van varente, varnte, varmte, vaarnte, met welke woorden men onkruid aanduidt, zoals bijvoorbeeld in dit voorschrift: Die dat goede land wil zaeyen. moet eerst dat quade cruud afmaeyen als distelen, varent. dat tander graen hopelic moghe daer inne staen.

In een oorkonde (1252) van gravin Margaretha duikt voor dit veenontginningsdorp, waar waarschijnlijk horigen en hospites van de proosdij woonden, voor het eerst ook de naam Langaardenburg (Lancardenhurgh) op. De naam is ontstaan doordat in Sint-Nicolaas schepenen uit Aardenburg waren aangesteld om recht te spreken volgens het recht, dat in hun stad gold. Enige tijd moet Langaardenburg een eigen schepenbank en dus stadsrechten hebben gehad, want de plaats komt voor onder de ‘smalle steden’ in het Transport van Vlaanderen (1309).

Het dorp verdronk als gevolg van de vloed in de winter van 1375/76; restanten van de kerk en het kerkhof zijn ter plaatse nog in de grond aanwezig. De proosdij Elmare is door dezelfde vloed ook onherstelbaar beschadigd. In 1553 werd, na herinpoldering van het gebied in 1502, een nieuw Sint-Nicolaas in Vaerne gesticht, zoals gemeld de latere parochie Waterland-Oudeman in de omgeving van Elmare. De positie van de oudste kern van dit herstichte dorp is niet bekend, maar ligt mogelijk dichter in de buurt van het huidige Waterland-Oudeman in Oost-Vlaanderen. De archeologische resten van het oude Sint-Nicolaas in Vaerne zijn in 1972 gelokaliseerd. Ze bestaan uit fundamenten van de kerk; ook restanten van het kerkhof zouden in het reliëfrijke terrein nog aanwezig zijn. Archeologisch onderzoek heeft hier verder niet plaatsgevonden.


AUTEUR

J.A. Trimpe Burger; herz. Jan J.B. Kuipers (2013)


LITERATUUR

Robert M. van Dierendonck, ‘Van Boterzande tot Wevelswaele. Archeologische gegevens van verdronken dorpen in West-Zeeuws-Vlaanderen’, in: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 14 (2005) 96-106.

M.K.E. Gottschalk, Historische geografie van westelijk Zeeuws-Vlaanderen I (Assen, 1955) 5, 70.

M.K.E. Gottschalk, Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland I (Assen, 1971) 428.

Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik. Verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland (Middelburg/Vlissingen, 2004) 48-49 nr. 101.

G.P. Roos, Beknopt geschied- en aardrijkskundig woordenboek van Zeeuwsch-Vlaanderens westelijk deel [enz. (Oostburg, 1874).]

E. Verwijs en J. Verdam, Middelnederlandsch Woordenboek 9 dln. (‘s-Gravenhage 1885-1929).