Sint-Janskapelle (Sint-Janskappelle, Sint-Janscapelle)
Sint-Janskapelle (Sint-Janskappelle, Sint-Janscapelle) |
---|
Geschiedenis
Verdronken dorp in Oost Zeeuws-Vlaanderen, gelegen in het Nederlandse gedeelte van de Sint-Albertpolder Groote of Oude St.-Albertpolder, bedijkt 1611) tussen Philippine in het noordwesten, Sluiskil in het noordoosten, Sas van Gent in het zuiden en Assenede in het zuidwesten. De juiste ligging van dit dorp is in 1979 herontdekt door particuliere heemkundigen uit Eeklo en Assenede. St.-Janskapelle wordt voor het eerst vermeld omstreeks 1285. Bij de uithof ter plaatse (van de abdij Boudelo bij St.-Niklaas) zou omstreeks 1300 een kapel of kerk zijn gebouwd. Rond deze hoeve en kapel/kerk ontwikkelde zich vervolgens een kleine maar welvarende gemeenschap. Na een overstroming aan het eind van de veertiende eeuw is de kapel vernield; bij de daaropvolgende herstelling is het gebouw verbreed. Er is geen eensluidendheid over de vraag of St.-Janskapelle een volwaardig kerkdorp was, het centrum van een parochie of niet meer dan een uithof met kapel en beperkte bebouwing. Opvallend is wel dat er een kerkhof rondom de kapel/kerk heeft gelegen. Dit zou impliceren dat de kapel ‘recht op begraving’ had gekregen van de moederkerk te Assenede, en dus over een flinke bevolking en/of status beschikte.
Het dorp verdronk als gevolg van de militaire inundaties aan het begin van de Vlaamse burgeroorlog (1488-1492), gevolgd door een stormvloed in december 1488.
Van na de teloorgang dateert een vermelding in het eveningenboek van Huugsambacht uit 1547, waar in het 48ste beloop ‘Sente Jans Capelle’ wordt vermeld. Ook op de Braakmankaarten van François van de Velde uit 1549 is het dorp aangegeven. Een volgende vermelding stamt uit de tiendenprocessen naar aanleiding van de herdijkingsplannen van de ‘Sint-Jansschorre’ tussen de bedijkers van de Albertpolder en de geestelijke en particuliere tiendenheffers die dit recht claimden. Uit getuigenissen van 63 arbeiders die hielpen bij de herdijking in 1610 blijkt dat er toen nog steeds restanten van huizen en graven zichtbaar waren.
Archeologische waarnemingen
De particuliere onderzoekers in 1979 hadden ook voordien al enkele waarnemingen gedaan, waarbij een groot aantal menselijke skeletresten werd gevonden (ook in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zijn particuliere zoekers op de site actief geweest). In 1979 volgde de vondst van aardewerk, bouwfragmenten, funderingen en drie grafkelders van de kerk of kapel. De locatie is in de jaren vóór 2010 nader vastgesteld, met noordelijk van de kapel of kerk een gebied met sporen van bebouwing, mogelijk behorende tot de uithof. Studie van opnames van Google Earth uit 2009 en eerder deed een grootte van 30 x 15 meter van het kerkgebouw veronderstellen, met daaromheen cirkelvormige sporen (mogelijk van een kerkhofmuur of weg) met stralen van ca. 30 en 40 meter.
AUTEUR
-Jan J.B. Kuipers, 2013
BRONNEN
-Archeologische Monumentenkaart Zeeland (AMK), monumentnummer 13.572.
-M.K.E. Gottschalk, Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland dl. II (Assen, 1975) 164, 165.
[[category:]]