Schuttersgildepenningen
Schuttersgildepenningen |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
De leden van een schuttersgilde ontvingen een penning. In de 17de eeuw geleken de schutterspenningen sterk op die van de ambachtsgilden. Zo waren er hij de Confrérie van de Edele Busse te Middelburg roodkoperen penningen (0 3 cm in gebruik. Aan de voorzitter een afbeelding van de vogel Phoenix en aan de kz twee gekruiste geweren met de Bourgondische vuurslag, waaronder een compartiment voor het gildenummer. In 1623 werden grotere (rond 3,8 cm.) geelkoperen exemplaren aangemaakt, vrijwel gelijk aan de vorengenoemde. Dit gilde had ook een begrafenispenning in geelkoper, aan de voorzijde een lijkbaar waarboven 'heden my. morgen dy’ aan de keerzijde twee gekruiste geweren met de Bourgondische vuurslag. In Veere waren de penningen van de Confrérie van de Edele Busse geheel gelijk aan de Middelburgse, op het stadswapen na: het nog bestaande exemplaar is van tin.
In Vlissingen werd in 1618 een geelkoperen penning geslagen voor de Confrérie van de Edele Busse, op de voorzijde twee gekruiste geweren waarboven 'vivo' en als randschritt de namen van de gildeleden. op de keerzijde het wapen van Vlissingen en een gildenummer alsmede namen van gildeleden.
De Confrérie van Sint-Joris te Middelburg bezat een geelkoperen gildepenning, ongedateerd. Ook draagtekens waren hier in gebruik van verguld koper, voorstellende St.-Joris te paard die de draak doodt: aan de bovenzijde een ring waaraan een groenzijden lint, aan de onderzijde een kruis ingevuld met rood email. Dit waren wedstrijd-prijzen. Eén van de oudste schutterspenningen had Zierikzee, namelijk die van de Confrérie van Sint Joris in geel koper, begin 17de eeuw. Het militaire karakter van dit gilde komt tot uiting in het omschrift 'Wij vechten voor de vriheyt'. Ook hier was het gildenummer hoog te noemen, te weten 107.
De Confrérie van Sint-Sebastiaan te Middelburg, bestaat niet meer als praktizerende boogschutters, maar als herensociëteit, kende een geelkoperen penning uit 1628. Op de voorzijde een boog met pijlkoker, waaromheen de zinspreuk 'Aensien doet gedencken'. Op de keerzijde het wapen van St.-Sebastiaan: een groot gelijkbenig kruis met in de vier hoeken vier kleine kruisen van hetzelfde type. Dat dit een bloeiend gilde was blijkt uit het hoge gildenummer: 232, op één van de penningen. Aan het eind van de 19de eeuw hield de confrérie zich bezig met andere zaken dan schietoefeningen. want ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan der zomerconcerten te Middelburg liet men in 1881 een zware bronzen penning vervaardigen. De keerzijde vermeldde dat in hetzelfde jaar het 30-jarig lidmaatschap van de heren N.C. Lambrechtsen van Ritthem en J. D. M. de Stoppelaar werd herdacht. Dat men de oude benamingen van de bestuursleden in ere hield blijkt uit het feit dat boven aan de keerzijde staat 'C.J. Pické en P.F.J. van Burg, Beleders'.
De Confrérie van Sint-Sebastiaan te Veere had een eenzijdig bestempelde penning van tin met het wapen van het gilde en de stad Veere, waar tussen pijl en boog; op de gladde keerzijde een gildenummer.
Vlissingen kende een opengewerkte draagpenning met afbeelding van St.-Sebastiaan en het omschrift "Zeelandiae Concordia" 1777 op de voorzijde en de zinspreuk "Altyt aenklevende 1791”, op de keerzijde: onderaan de penning hangt een kruisje. Hontenisse had een vrijwel gelijke penning (doch zonder kruis) in zilver, met aan beide zijden het omschrift "tot Hontenisse Anno 1681." Deze penning werd aan het begin van de 20ste eeuw na gegoten door de Fa. C.J. Begeer te Utrecht. Hontenisse liet ook een verguld zilveren exemplaar van hetzelfde type vervaardigen waaraan een gladde rand was toegevoegd, hierin op de voorzijde gegraveerd "Aan de Baron H. von Raden" en op de keerzijde "Hooftman 1815". Zeer fraai was de ongedateerde prijspenning van de Confrérie van St.-Sebastiaan te Zierikzee. Deze was ovaal met kabelrand: het materiaal verguld zilver. Op de voorzijde het wapen schild van de confrérie waarboven vijf distels met de spreuk "Altyt aenclevende'.