Schuttersgilden

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Schuttersgilden

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Verenigingen die van oorsprong een beschermende functie hadden en het karakter droegen van een gewapende burgerwacht. De oudste zijn ontstaan hij de opkomst van de steden. Vanaf de 14de eeuw verkregen zij vergunningen om zich als gilden te organiseren. Naar hun wapen worden onderscheiden: handboog (St. Sebastiaan )en kruisboog (St.-Joris)gilde en aan het eind van de 15de eeuw, na de uitvinding van het buskruit, het kloveniersof bussegilde. De schuttersgilden hadden, naast de verdediging, tot taak hulp te verlenen bij brand, watersnood en handhaving van de orde. In de Keten van de schutterkoning uit's-Gravenpolder (fragment) late middeleeuwen ontstonden de plattelandsschutterijen. Nadat de bogen niet meer geschikt waren als wapens, bleven de schutters zich in gildeverband, met handhaving van de door hen verworven privileges. In de schuttershoven oefenen in het gebruik van hun bogen. De schuttersgilden speelden een belangrijke rol in het volksleven. In geheel Zeeland hebben, in de steden veelal drie, schuttersgilden bestaan. Als typisch hij de Zeeuwse schuttersgilden mag worden aangemerkt: het voorkomen van het Bourgondische kruis, staalijzer en vuursteen op sommige koningskragen en vaandels: de ruitvorm van koningsplaten; de zilveren of met zilver beslagen baljuwspijI (baljuw was diegene die als eerste de koningsvogel raakte); het spelerijden van de gildebroeders in de 19de eeuw. Het gildesvsteem werd in Nederland in 1798 opgeheven. Vele schuttersgilden verdwenen, sommige werden tot schutterij, andere tot sociëteit. Heden ten dage wordt het handboogschieten nog beoefend op Zuid-Beveland en in Zeeuws-Vlaanderen gaaischieten in deels oude.deels nieuw opgerichte schutterijen. In het hierna vol gende zullen enige schuttersgilden in het kort behandeld worden

Hulst. St .-Jorisschutterij: reeds in 1213 wordt dit gilde vermeld. De oudste documenten over dit gilde dateren echter van 1631. St.-Sebastiaansgilde: dit gilde organiseerde in 1300 te Hulst een schutterstournooi: het verkreeg in 1445 privileges van Philips de Goede, Cloveniersgilde: Karel V verleende in 1531 octrooi voor het oprichten van dit gilde. Bij de ommegang van Hulst, die in de 15de eeuw wijd en zijd beroemd was, vormden de schuttersgilden een kleurrijk geheel. Samen met de rederijkers dongen ze naar de prijs voor de mooiste groep. Op 25 augustus 1566 werden de leden van de drie schuttersgilden onder de wapenen geroepen om, indien nodig, "de sectarissen" buiten de poorten te houden. De opkomst van de schutterijen was dermate slecht dat er niet aan afdoende weerstand viel te denken. Op 26ste augustus vond de beeldenstorm te Hulst plaats. In 1844 werd de schietsociëteit 'Oefening kweekt kunst', sinds 1845 de 'Batavieren' geheten, opgericht.

Kloetinge. St.-Sebastiaansgilde, voor het eerst vermeld in een parochierekening van 1611. Het gilde bestond uit 24 leden. Het bestuur werd gevormd door een hoofdman en drie dekens. Bij een vacature werd, binnen 14 dagen, door de ambachtsheer uit een nominatie van drie personen een nieuwe schutter gekozen. Deze procedure is thans nog van kracht. Het oudste reglement is van 1819 waarin sprake is van een 'blijde' maaltijd eens in de twee jaar. Geschoten werd er niet meer. Later werd deze maaltijd vervangen door het spelerijden. Verder ontmoet men elkaar bij begrafenissen van een gildebroeder, zijn vrouw tot weduwe. waarbij een zwarte rouwmantel, eigendom van het gilde, wordt gedragen.

Middelburg. Hier bestonden drie schuttersgilden: het St.-Joris-, het St.-Sebastiaans(beide voor het eerst in 1352 genoemd) en het Kloveniersgilde (in 1509 opgericht De schuttersgilden oefenden in de 15de en 16de eeuw enige politieke invloed uit. Zo machtigde Karel V op 16 april 1523 de wet van Middelburg om in buitengewone omstandigheden naast de twaalf raden de schutterijen mee te laten beraadslagen en beslissen. Het Statenbesluit van 22 mei 1581 maakte een einde aan de politieke invloed van de schutterijen. Het St.-Jorisgilde had aanvankelijk zijn schuttershof buiten de stad maar moest deze in 1560 afstaan voor de uitbreiding van de haven. Men vestigde zich op het terrein van het klooster der Zwarte Zusters aan de Balans, waar in 1582 de St.-Jorisdoelen verrees. In 1647 organiseerde St.-Joris voor alle voetbooggilden in Zeeland een schietwedstrijd. De prijzen waren: een zilveren wijnkan, waarde 20, twee zilveren zoutvaten 16, een zilveren talloor (₤12, een zilveren schotel £10, een zilveren mosterdpot £8, zes zilveren lepels, £6. Het St.-Jorisgilde fuseerde zich in 1764 met de Grote Sociëteit en in 1875 met de Sociëteit 'De Vriendschap' tot de Sociëteit

St.-Joris. Deze werd in 1940 opgeheven toen de St.-Jorisdoelen werd verwoest. Het gebouw is in 1970-71 in oude stijl herbouwd. Het schuttershof van St.-Sebastiaan lag even eens aanvankelijk buiten de stad. In 1578 verkreeg het het voormalige augustijnerklooster in bezit. De toegang tot het schuttershof lag vanaf 1594 in de Beddewijkstraat. In 1888 werd het huis hoek Vlasmarkt-Schuttershofstraatje de toegan g In de gevel werden de twee zandstenen beeldjes uit de toegangspoort van de Beddewijkstraat ingemetseld. In de schutterskarner hing een groot schuttersstuk. in 1550 door Cornelis Jonson van de Cuelen geschilderd. Het hangt nu in het stadhuis van Middelburg. Ook dit gilde hield in de vorige eeuw op met schieten en is omgevormd tot een sociëteit die heden ten dage nog bestaat. Het bestuur wilde het schuttershof tot een trefpunt van het Middelburgse stadsleven maken. Beroemd werden de zomeravondconcerten gegeven in de tuin van het schuttershof. Het eerste concert vond plaats op 21 juli 1852, het 200ste op 24 juli 1888. Het Kloveniersgilde had eerst zijn schuttershof aan de zuidzijde van de Dam. In de jaren 1607-1611 werd de Kloveniersdoelen, gelegen aan 'Achter de Houttuinen gebouwd. Het Kloveniersgilde werd in 1787 ontbonden. Het gebouw kwam eerst in bezit van de Oostindische Compagnie en werd in 1795 ingericht als militair hospitaal. In 1968/69 onderging het een grondige restauratie. Thans is de mensa van de Roosevelt Acadamy er gevestigd en bestaan er plannen de Stichting Cinema Middelburg er onder te brengen. De zolder dient als oefenruimte voor de schietvereniging 'De Kloveniers'.

Scherpenisse. In 1594 tekende Maria van Nassau het reglement van het Kloveniersgilde. Het gilde werd opgericht ter bescherming van de ingezetenen. Het bestond uit een onderdeken, een deken, vier gezworenen, vier officieren en 52 gewone leden. Dit gilde is het enige in Nederland nog bestaande Kloveniersgilde. Sinds lang wordt er niet meer geschoten. Er wordt in de pinksterweek vier achtereenvolgende avonden 'geteerd' in de gildekamer op de zolder van het oude gemeentehuis. Nieuwe gildebroeders, het is een eer om lid te zijn, leggen de woensdagmiddag daaraan voorafgaand de 'eed' af. Er wordt rijkelijk hier gedronken dat getapt wordt in vier oude tinnen kannen met deksel. Sinds enkele jaren bezitten de 60 gildebroeders een uniform.


AUTEUR

I.H. Vogel

LITERATUUR

P.J. Brand, Geschiedenis van Hulst. D.E.C. Hartog, Het Cloveniersgilde te Scherpenisse. W. Hugenholz, De schuttersgilden van Veere. J.A. Tolles, De Schuttersgilden en schutterijen van Zeeland. Unger, De archieven der gilden en beurzen. Winkelman, Vlissingen. Piccardt, Goes. W.P.A. Colsen, Handboogschutterijen. G.N. de Stoppelaar, Het schuttersgilde van den Edelen Handboogconfrérie van St.-Sebastiaan te Middelburg.