Schouwen

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Schouwen

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

De naam Schouwen wordt voor het eerst aangetroffen in 976 in de vorm Scaldis. Een vroege Nederlandse vorm is in 1156 Scolden. De naam klimt op tot Germaans Skaldum. nog ouder Skaldim, derde naamval meervoud. De klankgroep a-l-d is in het Nederlands in de 12de eeuw via old tot oud geworden: Scouden: hierin is vervolgens –d- geassimileerd tot –w-: Schouwen.

Skaldim is de derde naamval meervoud van een bewonersnaam Skaldiõs> Skaldias 'die aan de Schelde wonen'. In de Belgische substraattaal en in het Oudgermaans konden immers van hvdroniemen bewonersnamen gevormd worden door deze hvdroniemen in het meervoud te plaatsen. In het Nederlands en in het Duits konden dergelijke bewonersnamen in de derde naamval tot streek of nederzettingsnamen worden. Andere doorzichtige voorbeelden zijn: Velpen (uit Felwapum) aan de Velpe (uit Felwapa), Stevern (uit Stivarnum) aan de Stever (uit Stivarna). Zie ook bij Schelde.


AUTEUR

Gysseling

LITERATUUR

J. Devleeschouwer. Nervische hydroniemen.