Schelpenzuigerij

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Schelpenzuigerij

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Schelpenzuiveren voor industriële doeleinden vindt in Zeeland vooral plaats in de Westerschelde in de Everingen ter hoogte van Ellewoutsdijk, aar worden sedert tientallen jaren door een schip met zuigerinstallatie schelpen gezogen op diepten van 40 tot 60 meter, onder een zandlaag van circa 6 meter. Het zand wordt met water uigewassen en de schelpen worden gestort in naast de zuiger gemeerde hakken. In deze bakken worden de schelpen vervoerd naar de Stoomschelpenzuigerij en Schelpkalkbranderij N.V. te Brielle. Hier worden zij in ovens van een bepaalde constructie bij temperaturen van 900-1200 graden Celcius tot metselkalk gebrand.

De verse schelpen, die uit koolzure kalk(CaCo3) bestaan, verliezen hij dit verbrandingsproces hun koolzuurgehalte (CO2) zodat men zuivere kalk (CaO) overhoudt. Deze moet daarna nog met water worden geblust, waarna men metselkalk heeft verkregen. De hoeveelheden schelpen, die door de kalkbranderij te Brielle tussen 1957 en 1968 zijn gezogen variëren van ongeveer 6000 tot 24000 m3 per jaar. De schelpen zijn merendeels fossiel en afkomstig uit dikke schelpenbanken van tertiaire en kwartaire ouderdom (16 miljoen tot 1 miljoen jaar geleden). Behalve voor het branden tot metselkalk worden deze fossiele schelpen ook op grote schaal gemalen tot kippengrit, een kalkvoeding voor pluimvee. Dit product wordt verzonden naar Nederlandse en buitenlandse pluimveehouders. Ook te Yerseke waren als nevenbedrijf van de oesterkwekerij enkele gritmalerijen. Nadat er door het achteruitgaan van deze cultuur minder oesterschelpen disponibel waren hebben enkele malerijen de productie van grit gestaakt. De enig overgebleven oesterschelpengritfabriek Van den Endt-Louwerse zuigt nu ook fossiele schelpen uit de Westerschelde en verwerkt verder recente en subfossiele schelpen uit de Oosterschelde. Bovendien importeert zij subfossiele oesterschelpen uit Denemarken.


AUTEUR

W.S.S. van Benthem Jutting

LITERATUUR

C.O. van Regteren Altena, Voorraadschuren, 17-28. Bloklander en Brouwer, Fossiele mollusken, 109-139. Wilderom, Enige gegevens, 1-5.


AFBEELDING

Oesterschelpen worden bij Yerseke nog tot grit verwerkt.