Rupsklaver
Rupsklaver |
---|
Rupsklaver (Medicágo)
Plantengeslacht, behorend tot de familie der vlinderbloemigen. In Zeeland komen drie soorten voor.
Hopklaver (Medicágo lupulína)
Het meest algemeen is de hopklaver. Zij komt voor in wegbermen, graslanden en op bouwland.
Gevlekte rupsklaver (Medicágo arábica)
Een tweede soort is de gevlekte rupsklaver. Deze soort komt in Nederland vooral voor in het zuidwestelijk kustgebied. Is hier vrij algemeen in gemaaide wegbermen en op extensief beweide dijken. Vaak samen met knopig doornzaad.
Luzerne (Medicágo satíva)
Tot dit geslacht behoort ook de luzerne. Ze wordt veelvuldig gekweekt als voederplant en groenbemester. De luzerne is ook vaak verwilderd.
Sikkelhaver (Medicágo satíva)
Een lager blijvende geelbloeiende wilde variëteit van deze plant is de sikkelhaver. Deze komt in het oostelijk rivierengebied plaatselijk voor op droge kalkrijke dijken en nu, samen met andere uit het oostelijk rivierengebied ingevoerde planten, op de in het kader van de Deltawerken aangelegde dammen (Veerse Gat-, Zandkreek-, Brouwers- en Grevelingendam). Deze planten zijn waarschijnlijk meegekomen met de aangevoerde klei. De sikkelhaver komt ook voor op en rond de veerpleinen van enkele Westerscheldeveren (met name Kruiningen). Op de groeiplaatsen van de sikkelhaver vindt men ook vaak de overgangsvormen tussen deze soort en de luzerne: de bastaard luzerne (Medicágo vária).
Kleine rupsklaver (Medicágo mínima)
De meest zeldzame soort van dit geslacht in Zeeland, is de kleine rupsklaver. De kleine rupsklaver is een in Nederland zeldzame plant van graslanden op droge zandige grond, met name in de duinen. Zij kwam vroeger op Walcheren, Schouwen en in Zeeuws-Vlaanderen in de duinen voor; is tegenwoordig op de meeste plaatsen verdwenen. De belangrijkste groeiplaatsen liggen nu op de wallen van Retranchement en rond het Zwin (Zeeuws-Vlaanderen).
Auteur
-K.F. Vaas