Pieter Boddaert sr./EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Middelburg 6 augustus 1694 - Middelburg - 28 januari 1760). Dichter en magistraat. Studeerde te Leiden, promoveerde er in de rechten op een dissertatie ‘De quaerela inofficiosi testamenti’ (1713), vestigde zich daarna als advocaat te Middelburg, waar hij zijn leven lang is blijven wonen. Hij werd in 1718 griffier van het Leenhof van Vlaanderen en van de Admiraliteit van Zeeland; beide ambten heeft hij tot zijn dood toe vervuld. In 1748 werd hij bovendien secretaris en raad der Admiraliteit. Op heel jonge leeftijd vertaalde hij al met zijn vriend Pieter de la Rue het toneelstuk ‘Atreé et Thyeste’ van Crébillon (1710). Met zijn vrienden De la Rue en Johan Steengracht gaf hij een bundel ‘Dichtlievende tijdkortingen’ (1717; 1728) uit; zijn tijdgenoten bewonderden daarin vooral zijn herderszang ‘Daphne’. Vervolgens schreef hij drie bundels ‘Stichtelyke gedichten’ (1726-1738) en een ‘Vervolg der Stichtelyke gedichten’ (1752). Na zijn dood verschenen nog zijn ‘Nagelatene mengeldichten’ (1761), waarin zijn wijdlopige autobiografie en de lijkzangen op zijn overlijden zijn opgenomen. Hij gaf de gedichten van Anna Rethaan (1730) en Joan Moorman (1745) uit. Op theologisch gebied mengde hij zich in de strijd om de vijf Walcherse artikelen, door zijn aanval op ds. Jan Jacob Brahé in de ‘Wolke van getuigen voor de leere der regtvaardigheid door en uit het gelove’ (1759), waarop Boddaert antwoordde in ‘Zedige verdediging der Wolke van getuigen’ (1759). Zijn belangrijkste werk is zijn medewerking aan de Tegenwoordige staat van Zeeland (1751-1753), waarin hij o.a. over Zeeland in het algemeen en Middelburg schreef. Een samen met ds. Andries *Andriessen geschreven stuk over de verbetering van de psalmberijming van Hendrik Ghijsen voor kerkgebruik bleef onuitgegeven. Hetzelfde was het geval met zijn aanvullingen op Geletterd Zeeland van De la Rue. Boddaerts portret is geschilderd door D. Vlietland (KZGW) en door J.M. Quinkhard (1735) voor het Panpoeticon Batavum (Rijksmuseum).