Philip Johannes Bachiene
Philip Johannes Bachiene | |
---|---|
Philip Johannes Bachiene, bron:Wikipedia.org | |
Geboren | 3 december 1814 Amsterdam |
Overleden | 14 maart 1881 's-Gravenhage |
Beroep | Ontvanger der Registratie eerst te Nijkerk en later te Hulst |
VIAF | Philip Johannes Bachiene |
Bachiene werd lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, lid Provinciale Staten van Zeeland en lid van de Raad van State. Hij was tevens grondlegger van de Hypotheekbanken in Nederland.
Biografie
Op nauwelijks 25-jarige leeftijd wendde hij zich met een volledig uitgewerkt plan voor oprichting van een staats-hypotheekbank tot koning Willem 1(1840). Ongunstige adviezen o.a. in de Kamer van Koophandel te Rotterdam en zelfs van de Commissie van landbouw in Zuid-Holland stonden de verwezenlijking van dit plan in de weg. Enige jaren later liet hij het idee van een staatsbank varen en zond in 1848 bij de Z.L.M.(hij was lid van de afdeling Hulst) een ontwerp voor statuten voor een particuliere hypotheekbank in. Hoewel dit ontwerp zeer gunstig werd ontvangen, kwam het evenmin tot uitvoering, omdat het onmogelijk bleek het benodigde maatschappelijk kapitaal (400 aandelen à f 500) bijeen te brengen.
Prestaties
Tenslotte zag hij in 1861, met behulp van dr. Sarphati, door oprichting van de Nationale Hypotheekbank te Amsterdam, zijn ideeën verwezenlijkt. Bachiene kende ook anderszins sterke sociale belangstelling. Zo bepleitte hij recht van schadevergoeding voor de pachter bij opzegging van de pacht. In opdracht van de 12e sectie (Hulst) van de Z.L.M. schreef hij in 1848 een 'Memorie betreffende een voorstel tot het beramen van middelen tot verbetering van den zedelijken en materiëlen toestand van den arbeidende klasse in de landbouwende gemeenten in Zeeland`; een studie die een goed beeld van de heersende ellende gaf en die leidde tot instelling van een speciale commissie, die in 1849 terzake rapporteerde.
Auteur
Dr. J.M.G. v.d. Poel
Literatuur
- Van Nierop en Van Vliet, Hypotheek bankbedrijf, 326, 337.
- Van Vliet, Hypotheekbanken, 361-376.