Philibert van Borsselen
Philibert van Borsselen | |
---|---|
Philibert van Borsselen schreef enkele bijdragen voor de bekende Zeeusche Nachtegael (1623), foto, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 49784 | |
Geboren | ca. 1570-1575 Goes |
Overleden | 17 januari 1627 Zierikzee |
Beroep | dichter |
VIAF | Ph. van Borsselen |
Biografie
Philibert van Borsselen studeerde te Leiden letteren en klaarblijkelijk ook rechten. Hij was lang burgemeester van Tholen en bekleedde verder nog een aantal hoge ambten. Hij schreef twee uitvoerige, zeer welluidende gedichten: ‘Strande’ (1611) en ‘Den Binckhorst’ (1613), het oudste hofdicht in onze letterkunde. Ze behoren tot de beste renaissancepoëzie uit het begin der 17e eeuw. Beide zijn, met inleiding en commentaar, herdrukt in de dissertatie van P.E. Muller, ‘De dichtwerken van Philibert van Borsselen; een bijdrage tot studie van zijn taal en stijl’ (1937). Hij behoorde tot de medewerkers aan de ‘Zeeusche Nachtegael’ en misschien ook tot de kring van Carel van Mander; het is niet onwaarschijnlijk dat ‘Bauw-heers wel-leven’ uit de ‘Nederduytsche Helicon’ (1610) van hem is; 'Galm dicht ofte Minnaers klachte', dat in de Nachtegael werd opgenomen is wel van zijn hand.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
P.J. Meertens
Literatuur
- J. van Ham, 'Over Philibert van Borsselen en den Binckhorst', in: Zeeuws Tijdschrift 9/6 (1959) 165-172
- De la Rue, Geletterd Zeeland, 395.
- Nagtglas, Levensberichten.
- N.N.B.W. III.
- Meertens, Letterkundig leven, 315-326.
- J.A.N. Knuttel, Een vergeten dichter, De Gids III 1927.