Paul Kuijpers

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Paul Kuijpers

Paul Kuijpers. Bron: Canonsociaalwerk.eu
Geboren 27 juni 1929 Kloosterzande
Overleden 9 december 2022 Amsterdam
Beroep welzijnswerker, directeur Prov. Opbouworgaan Noord-Brabant (PON) en De Balie

Paul Kuijpers, afkomstig uit Zeeuws-Vlaanderen, was onder andere directeur van het PON in Tilburg en De Balie in Amsterdam. Binnen het sociaal-cultureel werk in Nederland geldt hij als een belangrijk denker en inspirator.

Achtergrond

Paul Kuijpers kwam uit een kinderrijke onderwijsfamilie. Na de lagere school haalde hij zijn gymnasiumdiploma bij een door Augustijnen geleide kostschool in Eindhoven, waar hij onder andere met Dries van Agt in de klas zat. Nog niet wetend wat hij wilde worden, ging hij vervolgens rechten in Utrecht studeren. Niet zo’n goede keuze want de studie boeide hem niet echt. Hij vond psychologie en Franse literatuur (Sartre, Camus) interessanter.

Loopbaan

Terug naar Zeeland

Na zijn afstuderen keerde hij in 1952 terug naar Zeeland, waar hij ging werken bij het Provinciaal Opbouworgaan in Middelburg, een kleine organisatie die de sociale wederopbouw in Zeeland in goede banen moest leiden. Hier bleef hij maar twee jaar. Toen hem de kans geboden werd om in dienst te treden van het Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant (PON) verkaste de 25-jarige Kuijpers in 1954 naar de buurprovincie.

Noord-Brabant

Paul Kuijpers verhuisde naar Tilburg, trouwde en trad na een paar jaar toe tot de PON-directie. Het Brabantse opbouworgaan introduceerde moderne sociaal wetenschappelijke denkbeelden en onderzoeksmethoden waar die in veel opzichten nog een gesloten katholiek bolwerk vormde. Kuijpers ontpopte zich geleidelijk tot een spin in het Brabantse web van bestuurlijke netwerken. In de jaren zestig begon het katholieke bouwwerk definitief af te brokkelen. Door zijn scherpe analytische vermogen was Kuijpers daardoor de aangewezen persoon om te bemiddelen als studenten in Tilburg in 1969 het universiteitsgebouw bezetten (als eersten in Nederland) en de Karl Marx-universiteit uitroepen. Zowel voor het katholieke universiteitsbestuur als voor de studenten was Paul Kuijpers acceptabel.

Jaren zeventig & het welzijnswerk

Het PON ontwikkelde zich in de jaren zeventig tot kraamkamer van allerhande sociale initiatieven. Inspraak, stadsvernieuwing, milieu, vrouwenstrijd, migratie, welzijnswerk – het PON nam in alles de kleur aan van de tijd en Kuijpers ging mee met in deze bewegingen. Hij liet het katholicisme definitief achter zich en werd lid van de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), een verbintenis die hij niet al te lang vol hield. Hij was meer een analyticus dan een actievoerder en discussieerde liever met bestuurders dan dat hij op de barricade stond. De bekendheid van Paul Kuijpers reikte inmiddels buiten de provincie Noord-Brabant. In 1974 werd hij lid van de commissie die in opdracht van het kabinet-Den Uyl onder leiding van Bram Peper de Knelpuntennota schreef. Een bijtende kritiek op de (verzuilde) structuur van het particuliere initiatief en een pleidooi voor een grotere invloed van de lokale overheid en de burgers. Kuijpers groeide in deze periode uit tot een van de ideologische kopstukken van het welzijnswerk. Hij werd een veelgevraagd spreker en verwierf de nodige aanzien in kringen van progressieve wetenschappers. Hij schrok er ook niet voor terug om inzichten van in linkse kringen populaire Franse denkers (Lévi-Strauss, Foucault, Bourdieu, etc.) toe te passen in zijn analyse van het welzijnsbeleid.

Reorganisatie van de rijksdienst

Na ruim een kwart eeuw verruilde Kuijpers begin jaren tachtig het PON voor een functie op het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar hij de regeringscommissaris voor de reorganisatie van de rijksdienst, Herman Tjeenk Willink, ging assisteren. Een grote overgang, die hij accentueerde met een verhuizing van Brabant naar de Randstad. Eerst naar Den Haag, later naar Amsterdam. Tjeenk Willink werd in 1982 door PvdA-minister Ed van Thijn aangesteld met de opdracht: ’het sturend vermogen’ van de centrale overheid te vergroten als antwoord op de groeiende maatschappelijke sturingsbehoeften. Het tot stand brengen van meer samenhang in het beleid was daarvoor essentieel en aan Tjeenk Willink de taak om daar een aanzet voor te leveren. Maar na een jaar bleek dat het nieuwe kabinet Lubbers daar totaal anders tegenaan keek. Voor dit CDA-VVD-kabinet ging het niet langer om een betere sturing, maar juist om minder sturing. Wat begon als een politieke opgave, werd door dit no-nonsense kabinet getransformeerd tot een financieel beheersingsvraagstuk, een kwestie van ambtelijke bedrijfsvoering. Dat is niet waar Tjeenk Willink en in zijn kielzog Kuijpers voor zijn aangenomen. De regeringscommissaris komt op een zijspoor terecht. Deze periode legt wel de basis voor een hechte vriendschap tussen Tjeenk Willink en Kuijpers.

John Berger en het Franse platteland

Gedurende een korte periode trad Kuijpers vervolgens in dienst van het adviesbureau Twijnstra en Gudde. Een wereld van snelle consultants waar hij eigenlijk niets bij past. Op aandrang van Felix Rottenberg werd Kuijpers in 1987 adviseur om het politiek-cultureel centrum De Balie in Amsterdam tot stand te brengen. Daar gloort een intellectuele cultuur waarin alles samen kan komen: politiek, kunst, cultuur, technologie, wetenschap, verbeelding, literatuur. Iets wat past bij Paul Kuijpers. In Amsterdam vond hij eind jaren tachtig ook een nieuwe levensgezel in de persoon van Martine Groen, psycholoog/psychotherapeut.

De Balie

Het verzoek in 1993 om op interim-basis directeur te worden van De Balie sloot naadloos aan bij deze intellectuele ontwikkeling. Het centrum groeide uit tot een kweekvijver van talent. Onder Kuijpers vleugels schoot het IDFA uit de startblokken, nestelde de digitale stad zich vanuit de Balie in de Waag, kwam er programmering over literatuur (SLAA), gezondheidszorg, technologie en zo verder. Op talloos veel initiatieven zijn Kuijpers' vingerafdrukken te vinden.

Tegen de tijdgeest

Na zijn Balie-tijd deed Paul Kuypers nog regelmatig met spreekbeurten en essays van zich spreken. Hij bleef – vaak als adviseur - betrokken bij tal van projecten en besturen in de sociale en culturele sector. Na de 9/11-aanslagen, de oorlog in Irak en de Fortuyn-revolte publiceerde hij in 2003 een van zijn meest kenmerkende boeken: De staat der Nederlanden. Opstellen en brieven tegen de tijdgeest. Het boek is voor een groot deel geschreven in zijn Franse buitenhuis in de Pyreneeën, waar hij zich regelmatig afzonderde om de wereld te doordenken. Op een ‘buitengewoon’ erudiete wijze verhoudt hij zich in deze bundel tot de ‘nieuwe politiek’ aan de hand van brieven aan de denkbeeldige ontvanger H. Het boek leverde een college politieke theorie met veel Franse denkers als gids en Pim Fortuyn, Jan Peter Balkenende, Wouter Bos, het populisme, de bureaucratie en de media als figuranten. Met het op gang komen van de 21e eeuw nam zijn actieradius langzaam af. Hij verbleef vaker in zijn huis in de Pyreneeën, waar de televisie geen plek kreeg en met enige tegenzin wel een internetaansluiting werd aangelegd. Er kwam meer tijd voor zijn kinderen en kleinkinderen, maar de familie werd zwaar beproefd als de oudste van zijn drie kinderen, zoon Chris, in 2007 op 51 jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van kanker.

Onderwijs=kunst

In de laatste fase van zijn leven werden Kuijpers' publieke optredens zeldzamer. In Eindhoven is hij nog de grote inspirator achter het project 'onderwijs=kunst', waarin hij in nauwe samenwerking met een aantal oud middelbare schoolrectoren een poging waagde om het gesprek over het onderwijs van een nieuwe diepte te voorzien. Hij omschreef zelf dit project als ‘een provocatie in de richting van de onderwijspraktijk, die in zijn ogen gedomineerd werd door de orde van de markt en de politieke bureaucratie. In 2013 publiceerde Paul Kuijpers tenslotte samen met Frans Godfroy en Rob Vermijs, het boek Opstand in het zuiden. In het boek werd niet alleen het verhaal achter de bezetting van de Tilburgse Hogeschool in 1969 verteld, maar analyseerde hij ook hoe Brabant worstelde met de moderniteit. Een thema dat Kuijpers zijn hele intellectuele leven heeft gefascineerd en gevormd. Hij raakte er niet over uitgesproken, maar helemaal heeft hij zich zelf nooit aan die moderne tijd overgeleverd. Zo weigerde hij over te gaan op tekstverwerkers. Al zijn teksten hamerde hij uit zijn oude Vendex-typemachine, waarvan hij tot wanhoop van zijn lezers en uitgevers, de typelinten tot op de draad versleet. Die zelfde typemachine is op 17 december 2022 meegegaan in zijn graf en definitief tot zwijgen gebracht. Dat geldt niet voor Kuijpers intellectuele erfenis. Die blijft tot de verbeelding spreken.

Bibliografie (selectie)

  • Opbouwwerk in de tachtiger jaren. (Redactie met Andries de Jong en Theo Schuyt). Utrecht: SWP, 1983.
  • De oplossing van Brabant. Een uitgave van Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant ter gelegenheid van het veertigjarige bestaan – 1947- 1987. (Redactie met Gerrit Kruijs, Jos van der Lans en Eeltje Talstra) Tilburg: PON, 1987.
  • Aangeschoten wild. Over macht, moraal en politiek. (Met Geert Mak) Amsterdam: De Balie, 1988.

Lege plek van de macht. Amsterdam: De Balie, 1993.

  • Naar een modern paternalisme. Over de noodzaak van sociaal beleid. (Pamflet met Jos van der Lans) – Amsterdam: De Balie, 1994.
  • Rooksignalen. Opstellen over politiek en bestuur. Amsterdam: De Balie, 2001.
  • De staat der Nederlanden. Opstellen en brieven tegen de tijdgeest. Amsterdam: De Balie, 2003.
  • Opstand in het Zuiden. (met Frans Godfroy en Rob Vermijs). Utrecht: uitgeverij IJzer, 2013.
  • Woorden breken. Het democratisch tekort. (Redactie samen met Martine Groen), Antwerpen: Garant. Met bijdragen van René Boomkens, Christien Brinkgreve, René Foque, Martine Groen, Marc de Kesel, Paul Kuijpers, Antoine Mooij en Paul Verhaeghe, 2018

Bronnen

Auteur

W. van Gorsel, 2024

Noten