Oostersteyn

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Oostersteyn

Voormalig kasteel te Oosterland op Duiveland. Het lag op de plaats die in de oude veldboeken bekend is als 'hoog rampaerde' en was als 'klein-ambacht' onder de heerlijkheid Oosterland begrepen. Het kasteel werd gesticht door Hendrik Willemszoon van den Abeele. Deze woonde met zijn vrouw Heilwich van Weldamme op het slot 'Den Abeele' op Walcheren Abeele en Abeele, van den). Zij kregen op 12 april 1371 het klein-ambacht Oostersteyn in leen, waarna zij het kasteel lieten bouwen. In 1410 droeg hun zoon Floris van den Abeele het kasteel op aan graaf Willem VI die het als een goed en onsterfelijk leen terugschonk. Via Claes Hendrikz kwam het kasteel op 7 mei 1535 in het bezit van Jan Micault, wiens vrouw uit het oude Duivelandse geslacht Van Botland stamde. Door vererving werd het kasteel in 1606 eigendom van Anthonis Boulijn. Zijn zonen verkochten het in 1612 aan Bonifacius de Jonge. In 1703 viel het gebouw bij testamentaire beschikking toe aan Anne Jacoba Winckelman; het was waarschijnlijk toen al tot een ruïne vervallen. In 1744 werden de laatste bovengrondse resten opgeruimd. In 1958 zijn nog in de grond aanwezige funderingen tijdens de herverkaveling van Schouwen-Duiveland opgegraven en in kaart gebracht (onderzoek van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek). Het wapen komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696). Een zwaan in een wapen duidt meestal op het privilege om zwanen te mogen vangen, de z.g.n. 'zwaan drift'. Het wapen werd gevoerd door de Vlaamse familie Van Oostersteyn.


LITERATUUR

P. van Beveren, De verdwenen kastelen van Schouwen-Duiveland, 43-49. J.P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen van Zeeland, 135-140.