Nieuw-nataarspolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Nieuw-nataarspolder

Polder in de gemeente Brouwershaven, aan het Grevelingenmeer; opgenomen in het waterschap Schouwen-Duiveland (opgericht 1959); oppervlakte ca. 49 ha; hoogteligging ca. 0,4 m + N.A.P. De suatie geschiedt via het gemaal 't Sas (Voormalig Dijkwater). De Nieuw-Nataarspolder is genoemd naar de vroegere polder Nataars, die zijn naam weer dankte aan het oude `uitgors' Natairs. Het oude Nataars was enkele ha groter en meer oostelijk gelegen dan de latere polder met een eigen kerk. In 1858 werd de parochie opgericht. Op verzoek van de pastoor, met goedkeuring van de bisschop en bij besluit van de koning, kreeg de parochie de naam Nieuw-Namen, ter nagedachtenis van het oude dorp Namen, dat in 1717 was overstroomd en in de Westerschelde verdween. Nadat men enige tijd gebruik had gemaakt van een noodkerk kon op 19 maart 1860 een neo-gotische kerk, naar een ontwerp van P. Soffers worden aanbesteed. Deze kerk werd op 18 december 1860 door de deken van Hulst ingezegend, patroonheilige St.-Joseph. In 1976 werd de bediening toevertrouwd aan de paters maristen. Na een 'drijvende' periode vanaf 1682 van het gebied kwam in 1716 de Nieuw-Nataarspolder tot stand (heerlijkheid Bommenede). De polder wordt ook wel Klein-Bommenede genoemd. Hij inundeerde in 1808; de dijkbreuk, ca. 75 m lang, was na die van Kruiningen de omvangrijkste van het Zeeuwse getroffen gebied. In 1839 werd in de schorren voor Nieuw-Nataars het tijhaventje van Zonnemaire aangelegd; ondanks uitbreiding in 1896 raakte het in verval door het sterk gestegen vervoer per as. Tot 1959 maakte Nieuw-Nataars deel uit van het waterschap Nieuw-Bommenede, dat naast deze polders ook Kijkuit omvatte. Het waterschap was calamiteus vanaf het begin der 19e eeuw tot 1894. De scheidingsdijk van de Nieuw-Nataarspolder met Nieuw-Bommenede is afgegraven.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II.