Narrengilde
Narrengilde (gezellen Van De Blauwe Schuit) |
---|
Een reeds in de middeleeuwen ook in Zeeland bestaand literair gilde. In elk geval bestond er een te Hoedekenskerke, dat op vastenavond 1413 of 1414 in de Oostpolder bij Krabbendijke een tournooi hield tegen een Brabants gilde. Men kwam halverwege tussen Hoedekenskerke en de vaste wal van Brabant bij elkaar. Een overigens onbekende dichter, Jacob van Oestvoren, schreef bij die gelegenheid een uitvoerig gedicht, waarin de heer van de Blauwe Schuit 'alle ghesellen van wilde manieren' uitnodigt tot het gilde toe te treden. Dit gedicht, het oudste en uitvoerigste document over de Blauwe Schuit in de Nederlanden, is uitgegeven door Eelco Verwijs in de bundel: Van Vrouwen ende van minne (1817), p. 94-103.
Auteur
-P.J. Meertens
Literatuur
-Enklaar, Varende luyden, 39-40.