Nachtzwaluw
| Nachtzwaluw |
|---|
Nachtzwaluw (Caprimúlgus europaéus)
Vrij grote, bruine vogel met lange vleugels en lange staart, kleine brede snavel en grote ogen. Nachtvogel, die zwijgzaam en behendig zwevend en zwenkend jaagt op insecten. De zang is een aanhoudend gesnor, dat vrijwel uitsluitend 's nachts gehoord wordt. De nachtzwaluw is trekvogel, die in Nederland te zien is van april tot in september. Broedt vooral in open bosgebieden en op heidevelden in het oosten en zuiden van het land. In Zeeland is deze soort tegenwoordig een onregelmatige broedvogel, waarvan enkele broedgevallen bekend zijn uit de duinen van Schouwen en Walcheren. Tot rond 1960 broedde de nachtzwaluw op het voormalig fort Moerspui te Zuiddorpe en bij Kloosterzande. Tot 1965 broedde de soort regelmatig bij Sint-Jansteen, waar ook jaren later nog gezien werden. Verder is de nachtzwaluw een zeldzame doortrekker in voor- en najaar.
Auteur
-P.L. Meininger