Marinus Jan de Jonge/EvZ1982-1984

(Tholen 13 februari 1730 - Zierikzee 23 juni 1783). Officier en bestuurder. Trad in 1745 als cadet in de krijgsdienst; op 24 januari 1747 werd hij bevorderd tot sous-luitenant. In dat jaar raakte hij gewond tijdens de belegering van Hulst door Franse troepen; op 28 juni 1749 werd hij bevorderd tot adjudant. Hij maakte sinds 1753 deel uit van de regering van Zierikzee, als schepen van 1753-1768, als raad van 7 augustus 1756-23 juni 1783 en als burgemeester in 1759, 1762 en 1766; op 15 februari 1754 werd hij benoemd tot secretaris van de thesaurier en op 16 augustus 1777 tot pensionaris-honorair. Voor Zierikzee was hij van 1754-1768 gedeputeerde bij de Staten van Zeeland. In 1760 en 1763 werd hij aangesteld als commissaris van het landrecht van Schouwen. Bij het bereiken van de meerderjarigheid van Willem V op 31 mei 1766 werd hij benoemd tot Raad bij de Admiraliteit van West-Friesland en het Noorderkwartier, welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Te Zierikzee was hij een vraagbaak voor allen die de belangen van de stad voorstonden. Hij heeft een register op de charters van Zierikzee vervaardigd.