Maria Karoline Elisabeth Gottschalk/EvZ1982-1984
(München Gladbach 28 okt. 1912). Historisch-geografe. Was lerares aardrijkskunde aan het Koningin Wilhelmina-lyceum te Oostburg (1942-1949). In deze periode legde zij de grondslag voor haar werk: Historische geografie van westelijk Zeeuws-Vlaanderen, 2 dln. Op het eerste deel, dat loopt tot de Sint-Elisabethsvloed van 1404, promoveerde zij met lof aan de Universiteit te Utrecht. Het tweede deel verscheen in 1958 en beslaat de 15e en 16e eeuw. Reeds in de stellingen bij haar proefschrift toont zij haar kritische instelling tegenover gevestigde meningen. Zij bestrijdt de historici Van Houtte en Van Werveke, die de invloed ontkennen van de verlanding van het Zwin op het economisch verval van Brugge. Eenzelfde onafhankelijke opstelling toont zij in haar driedelig werk: Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland, I (1971), II (1975), 111 (1977). Deze magistrale kroniek is veel meer dan een optelsom van rampen en hun beschrijvers. De opvattingen over transen regressie die na de tweede wereldoorlog gemeengoed werden, acht zij van belang als hulpmiddel voor het historisch onderzoek. Volgens haar tonen de feiten evenwel aan dat transgressies geen universele fenomenen zijn die over uitgestrekte gebieden plaats vinden, maar eerder langdurige regionale overstromingsfasen, veroorzaakt door stormvloeden op verschillende tijdstippen en onder zeer gevariëerde omstandigheden. Door haar werk heeft zij de historici veel materiaal, met name over Zeeland, in handen gespeeld. Een uitvoerige studie over de historische geografie van oostelijk Zeeuws-Vlaanderen is in een vergevorderd stadium. In 1964 verkreeg zij aan de Universiteit van Amsterdam een lectoraat in de historische geografie een vak dat naar haar mening historie en geografie tot hun recht moet laten komen.