Luchtvaart
Luchtvaart |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Het eerste vliegveld in Zeeland was een militaire aangelegenheid. Door de gunstige ligging van Vlissingen met zijn marinehaven aan de Westerschelde ontstond tijdens de mobilisatie in verband met de Eerste Wereldoorlog op het Walcherse exercitieterrein van de landmacht tussen Vlissingen en West-Souburg een militair vliegkamp. Na deze oorlog gaf een noodlanding van een KLM-vliegtuig in 1922 de stoot tot het treffen van verschillende voorzieningen. Op 30 juni 1926 vond de officiële opening van het hulplandingsterrein plaats voor zowel burger als militair luchtverkeer. In dat jaar werd een loods gebouwd en kreeg het terrein de naam vliegveld Vlissingen. Het stationsgebouw kwam in 1933 gereed. Het vliegveld werd op 1 januari 1927 door de Koninklijke Marine overgedragen aan de directie Zeeland van de Rijkswaterstaat. Het beheer kwam in handen van de directeur van de luchtvaartdienst. Twee lichte bombardementen maakten in de meidagen van 1940 een eind aan het vliegveld. Het tweede Zeeuwse vliegveld kwam tot stand door particulier initiatief. Het in 1925 te Zierikzee opgerichte comité tot bevordering van het luchtverkeer met Nederlands Indië werkte aan de langste luchtlijn en tevens aan de kortste, nl. Rotterdam-Schouwen-Duiveland. In de kop van Schouwen werd een geschikt terrein gevonden, waar het noodlandingsterrein West-Schouwen (18 ha) werd aangelegd, dat op 4 mei 1931 werd geopend. Kort hierna is het terrein met 12 ha uitgebreid, waarna het door de gemeente Haamstede geëxploiteerde vliegveld Haamstede op 1 mei 1933 werd geopend. Het jaar daarop kwam het stationsgebouw gereed en werd een radiomistbaken geplaatst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de bezetters het vliegveld voor verkenningsvluchten, waarna het in 1944 onbruikbaar werd gemaakt door het graven van sloten. Na de watersnoodramp van 1953 liet de Rijkswaterstaat hier weer een landingsbaan aanleggen om een snelle verbinding met het geinundeerde eiland mogelijk te maken. De baan heeft echter weinig dienst gedaan. Om de levensvatbaarheid van een geregelde luchtverbinding tussen Vlissingen, Rotterdam, Amsterdam en andere plaatsen te peilen, nam de KLM in het voorjaar van 1921 een proef die vermoedelijk niet is geslaagd. Het duurde tien jaar van door propagandacomité's gevoerde activiteiten, voordat op 4 juli 1931 de eerste binnenlandse luchtlijn door de KLM werd geopend, n.l. Rotterdam-Haamstede. In 1932 werd de lijn doorgetrokken naar Vlissingen en van 1933 af kon men in de zomermaanden naar Knokke Zoute aan de Belgische kust vliegen. Het doortrekken naar Oostende werd geen succes. Aanvankelijk werd alleen in de zomermaanden gevlogen op maandag en zaterdag. In 1933 vloog men 's winters door. Het jaar daarop werd tweemaal en in 1935 driemaal per dag gevlogen. Zo werden in 1934 bijna 10.000 passagiers en 54 ton vracht op de Zeeuwse luchtlijn vervoerd. Na een aantal ongelukken met KLM-machines liep het passagiersaanbod terug en moest men op 1 oktober 1936 de luchtlijn stopzetten. Op aandrang van de geregelde passagiers werd echter in december weer driemaal per week op Haamstede gevlogen. De dienst op Vlissingen werd in maart 1937 hervat. In verband met de oorlo g sdreigin g werd het binnenlands luchtverkeer op 22 augustus 1939 gestaakt. Het uitbreken van de oorlog maakte een eind aan deze Zeeuwse luchtlijn. De KLM gebruikte op deze luchtlijn eerst Fokker F VIIa en F VIII toestellen, later de DC-2 en DC-3, die aan respectievelijk 8, 12, 14 en 21 passagiers plaats boden. Het succes van deze lijn was hoofdzakelijk te danken aan het toeristenverkeer naar de badplaatsen. Door de geisoleerde ligging van het eiland Schouwen-Duiveland waren er echter ook veel geregelde passagiers die in 25 minuten van Haamstede naar Rotterdam vlogen, terwijl men met de traditionele middelen 5½ tot 7 uur onderweg was. In de jaren 1948 - 1950 zijn er plannen g emaakt voor vliegvelden te Haamstede, het Sloe en Hoek, die nooit zijn gerealiseerd. Op initiatief van het departementZeeland van de Ned. Mij voor Nijverheid en Handel werd in 1963 de werkgroep vliegveld Midden-Zeeland opgericht, die het jaar daarop werd omgezet in een stichting. Deze liet in 1968 op een 24 ha groot terrein in het Noord Sloe nabij Arnemuiden een grasbaan van 800 bij 150 m aanleggen met geld uit het ontwikkelingsfonds der provincie en van het bedrijfsleven. Het terrein verwierf men in erfpacht van de Dienst der Domeinen. Op 13 juni 1970 werd het vliegveld geopend, het stations gebouw kwam in april 1971 gereed. In 1970 bereikte de Stichtin g overeenstemming met de NV. Nationaal Vliegbeheer te 's-Gravenhage, die op werkdagen viermaal per dag de route Schiphol, Zestienhoven, Noord-Sloe en tweemaal per dag naar Lille zou vliegen met de tweemotorige Dornier Skyservant (10 passagiers). Op weekeinden verzorgde de onderneming rondvluchten boven Zeeland. Tijdens een van deze rondvluchten stortte eind augustus 1970 het vliegtuig neer op een plaat in het Veerse Meer, waarbij drie mensen het leven verloren en zeven werden gewond. De luchtlijn werd op 1 juli 1970 geopend en op 1 oktober 1971 stopgezet, omdat het vervoer ver beneden de verwachting bleef. Het vliegveld Haamstede wordt thans uitsluitend voor de zweefvliegsport gebruikt, het vliegveld Midden-Zeeland zowel voor zweef- als motorvliegsport.
AUTEUR
J.P.B. Zuurdeeg
LITERATUUR
Jaarverslagen Kon. Luchtvaart Mij. 1931-1939. Archief Gemeente Haamstede. Jaarverslagen Gemeente Vlissingen 1931-1939. Smeding, Ontstaan Zeeuwse luchtlijn. Zeeuws Bulletin 1968-1971.
AFBEELDING
Het in 1926 officieel geopende vliegveld 'Vlissingen', opname ca. 1936. Het vliegveld Haamstede met links het stationsgebouw dat in 1934 gereed kwam.