Look
| Look |
|---|
Inhoud
Look (Állium)
Kruidachtige plant, behorend tot de familie der lelieachtigen. Alle soorten van dit geslacht zijn onmiddellijk te herkennen aan hun uiegeur.
Kraailook (Allium vineále)
Het meest algemeen is de kraailook. Deze soort heeft rolronde bladeren en een bloeiwijze met bolletjes, die vaak géén bloemen draagt. De kraailook is een algemene plant in niet te vochtige hooilanden, dijken en wegbermen. Men vindt haar vooral in de duinen en op kleigrond.
Moeslook (Allium oleráceum)
Een veel zeldzamer soort is de moeslook. Deze lijkt vrij sterk op de kraailook, maar de moeslook heeft meer gootvormige bladeren en doorgaans meer bloemen in de bloeiwijzen. Deze soort komt in Nederland slechts weinig voor. In Zuid-Beveland vindt men haar plaatselijk vrij veel op dijken.
Slangelook (Allium scorodóprasum) en Daslook (Allium ursinum)
Twee zeldzame soorten zijn nog de slangelook en de daslook. Ook de slangelook lijkt sterk op de kraailook. Zij komt nog op een enkele plaats voor in de binnenduinrand (Walcheren). Men vindt haar ook nog hier en daar in het Rijngebied. De daslook komt in Zeeland op enkele plaatsen voor als stinseplant, dat wil zeggen: zij is oorspronkelijk aangeplant op landgoederen en buitenplaatsen, waarna zij zich dan in die omgeving heeft weten te handhaven. Men vindt haar onder andere op de buitenplaatsen Ter Hooge en Moesbosch op Walcheren.
Auteur
-A.M.M. van Haperen
