Lodewijk van Boisot, heer van Ruart/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Brussel ca.1530 - bij Zierikzee 27 mei 1576). Luitenant-admiraal van Zeeland sinds 1 aug. 1573, jongere broer van Karel; verkeerde aan het hof te Brussel en diende vermoedelijk op de vloot. Niet zeker is of hij ook het Compromis der Edelen heeft getekend. Wel verliet hij in 1568 het land, onderhield contacten met Oranje, maar keerde in de herfst van dat jaar in de Nederlanden terug. In opdracht van Oranje maakte hij in 1569 een reis naar Polen. In 1570 reisde hij door de Nederlanden om steun voor Oranje te verkrijgen, zonder Alva's argwaan te wekken. In 1571 echter werd ook hij door de Raad van Beroerten verbannen en werden zijn goederen geconfisqueerd. Vermoedelijk deed hij vervolgens, tot de zomer van 1572, dienst op de vloot van de watergeuzen. In augustus van dat jaar werd hij door Oranje naar Parijs gezonden met brieven voor admiraal De Coligny; in Mezières werd hij echter aangehouden en als gevangene naar Parijs gezonden. In het voorjaar van 1573 wist hij te ontsnappen en via Engeland in de Nederlanden terug te keren. Hij nam deel aan mislukte pogingen Haarlem te ontzetten en werd op 15 augustus door Oranje benoemd tot diens luitenant-admiraal in Zeeland, na het overlijden van Bouwen Ewoutsz. Hij veroverde het fort Rammekens (15 augustus) en het door admiraal Beauvois bezette Reimerswaal (november). In januari 1574 versloeg hij een Spaanse vloot onder De Glimes en Romero bij Reimerswaal; hij verloor hierbij een oog. Door deze successen werd Middelburg gedwongen zich over te geven aan Oranje. Boisot maakte nu een tocht naar een aantal Hollandse steden, waarschijnlijk mede in verband met de voorbereidingen die Oranje trof met het oog op een dreigend tweede beleg van Leiden door de Spanjaarden. Door hen werd inmiddels te Antwerpen een nieuwe scheepsmacht uitgerust om, in samenwerking met een in Spanje bijeen te brengen vloot, te trachten de opstandige gewesten te onderwerpen. De Antwerpse vloot onder vice-admiraal Adolf van Haemstede werd op 30 mei 1574 hij Lillo door Boisot overvallen en vernietigd. Adolf van Haemstede werd gevangen genomen. Boisot trof nu voorbereidingen voor het ontzet van Leiden. Op 3 oktober wist hij uiteindelijk met zijn vloot van platboomde schepen over het onder water gezette land de stad te bereiken, nadat de bezetting van de Lammerschans zich had teruggetrokken. Leiden schonk hem een gouden draagpenning, de Staten van Holland een gouden keten. In december 1574 trof hij voorbereidingen voor een aanslag op Antwerpen, die echter niet tot uitvoering kwam. 18 Januari 1575 trad Boisot in het huwelijk met Louise van Dorp, dochter wan de gouverneur van Zierikzee, Arend van Dorp. In september van dat jaar was hij juist te Middelburg toen de Spanjaarden het Zijpe overstaken naar Duiveland en Schouwen en de Zeeuwse vloot tevergeefs trachtte hen dat te beletten. In April 1576 ondernam Boisot een poging tot het afsnijden van de verbindingen tussen de belegeraars van Zierikzee en de Brabantse wal. Hij landde hij Reimerswaal, werd echter door de Spanjaarden teruggeslagen, waarbij hij zich nauwelijks zwemmend kon redden. Een maand later ondernam hij een nieuwe poging tot ontzet van Zierikzee. Het schip waarop hij zich bevond, de Job Jansz. of de Grote Hulk, raakte echter bij Borrendamme aan de grond en werd door de Spanjaarden zo beschoten, dat het lek raakte en omsloeg. Met een groot deel van de bemanning kwam ook Boisot om het leven.