Liedboekjes

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Liedboekjes

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Boekjes waaruit de jeugd zowel in de stad als op het platteland bij feestelijke gelegenheden placht te zingen (o.a. bij het spelerijden). Ook in Zeeland zijn er vele geweest. Voor een deel zijn ze hier verschenen en door Zeeuwen geschreven of samengesteld, voor een ander deel door uitgevers buiten Zeeland uitgegeven, maar voor Zeeuwen bedoeld, zoals uit de titel en de inhoud blijkt. Vooral de oudere zijn van stichtelijke aard, zoals uit de 17e eeuw het Walchers liederenboeck (1611) van D. en J. Schabaelje, Syons Wvnbergh (1670) en M. van Speybroeck, en uit de 18e eeuw de Geestelyke gesangen van Adriaan de Vin. Veel talrijker en naar alle waarschijnlijkheid ook veel meer gebruikt, zijn de wereldlijke liedboekjes, die vooral in de 18e eeuw op kwamen, zoals Den Vlissingschen Triton van Jacob Brugge, de Middelburgsche zangschool, de Nieuwe Domburesche speel-wagen (1767), de Nieuwe Vlissingsche Tydkorter, de Dubbelden en vermeerderde Goese Nachtegaal, de Nieuwe vermakelijke Zeeuwsche speel-wagen, en uit de 19e eeuw de Nieuwe Walchersche Ploeg (1796) van J.G. Wondergem, het Nieuwe Zeeuwsche liedeboek (1805), het Vrolyke Walchersche boere-meisje, het Kadzandsche liedeboek (1828) van Abraham Vermeulen, de Zeeuwsche duinvreugd (1841), de Zeeuwsche minnezanger en vele andere. Van verreweg de meeste zijn de verzamelaars of de dichters onbekend. De verschillende drukken van eenzelfde boekje zijn doorgaans zeer ongelijk van inhoud. Een groot deel van deze en andere liedboekjes is verloren gegaan; wat bewaard bleef geeft een hoogst onvolledige indruk van het liedboekjesbestand. Een studie erover ontbreekt.


AUTEUR

P.J. Meertens

LITERATUUR

Scheurleer, Nederlandsche liedboeken.