Kwallen
| Kwallen |
|---|
Kwallen (Cnidaria)
In de Zeeuwse wateren kan men regelmatig vijf soorten kwallen aantreffen:
- de zeepaddestoel (Rhizostoma pulmo)
- de oorkwal (Aureia aurita)
- de kompaskwal (Chrysaora hyoscella)
- de blauwe haarkwal (Cyanea capillata). Alleen de beide laatste soorten veroorzaken de door baders gevreesde 'steken'.
Historie
Smallegange (1696, Nieuwe Cronijk van Zeeland) noemt op pagina 195 `Zeequallen of Gallen'. Uit zijn beschrijving vallen twee soorten te herkennen: de oorkwal en de blauwe haarkwal.
Holtedieren (Coelenterata)
Kwallen behoren met onder andere zeeanemonen tot de holtedieren (Coelenterata). Bekend is de generatiewisseling. De larven die vrij komen uit de eieren van kwallen zetten zich na enige tijd neer op een vast substraat en groeien hier uit tot poliepen. Deze minuscule poliepengeneratie snoert na enige tijd een groot aantal kleine kwalletjes af, welke dan weer snel uitgroeien tot volwassen kwallen. De poliepengeneratie van sommige soorten is onder andere bekend van de oesterpercelen in de kom de Oosterschelde. Regelmatig kan men in kwallen een klein kreeftachtig dier met grote groene ogen aantreffen: de kwalvlo (Hvperia galba), die parasitisch in de lichaamsholte van kwallen leeft.
Auteur
- Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
