Krammat

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Krammat

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Bescherming van een dijktalud tegen golfslag d.m.v. een spreidsel van stro of bladriet dat rechthoekig op de dijk wordt aangebracht en met ineengedraaide strobeugels op het aarden beloop wordt bevestigd. Men onderscheidt zomerkrammat en winterkrammat. Bij zomerkrammat wordt bijv. op een bezoding waar golfslag te vrezen is een dun spreidsel van stro of riet met strobeugels zodanig vastgelegd dat de groei van het gras niet te veel belemmerd wordt. Een winterkrammat is van zwaardere constructie, het spreidsel is dan 17, 2 cm dik terwijl de beugels dichter worden gelegd. Het aanbrengen van de beugels (rijgbanden, halfwerk en doorsteek) geschiedde door vaklieden de zg. krammers. Om hun middel hadden zij een kramlap en met een kramspa drukten zij de beugels in de grond. Door bekwame krammers werd eerst de rijgband aangebracht, zij legden vervolgens het krammat op halfwerk, dat zijn de regels midden tussen de rijgbanden om tenslotte de doorsteek, dat zijn de regels tussen rijgband en halfwerk, aan te brengen; dit laatste kon door halfwas of leerling-krammers worden gedaan. Eertijds werd op Schouwen de zg. Schouwse mat toegepast waarbij het spreidsel evenwijdig aan de dijk werd gelegd en de beugels uiteraard rechthoekig daar overheen. Tot voor enkele decennia zijn langs de Zeeuwse dijken jaarlijks vele m2 in krammat verwerkt. De originele krammat wordt niet meer toegepast; zij is vervangen door machinaal vervaardigde stromatten, die afgerold op het dijk talud worden vastgepend al of niet met behulp van gaas of machinaal vervaardigde strobeugels.


AUTEUR

M.H. Wilderom


AFBEELDING

Het leggen van een krammat in de Leendert Abrahampolder na de dijkval van 20-3-1966.