Koudekerke (coudekerc)/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

1. Dorp binnen de nieuwe gemeente Valkenisse op Walcheren, 3655 inwoners (1980); voor de gemeentelijke herindeling op I juli 1966 een zelfstandige gemeente. In het dorp Koudekerke ligt aan de fraaie kerkring het gemeentehuis van Valkenisse. Tot de voormalige gemeente Koudekerke behoorden: Dishoek en Lammerenburg (nu gemeente Vlissingen). Wapen: Dit is een sprekend wapen: een koude kerk, want de dorre boom duidt aan, dat het winter is. Het werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd. Vlag: De lag, nooit officieel vastgesteld, is blauw met een golvende wit-roodwitte baan (de Zeeuwse en Nederlandse kleuren) en op het midden het wapen. Varia: Achter de duinreep tussen Dishoek en Westduin is het Vebenabos aangeplant; in de omgevin g daarvan liggen veel bungalow- en kampeerterreinen. Op het dorpsplein van Koudekerke worden gewoonlijk op de eerste zaterdag van augustus ringrijderijen gehouden. Monumenten: De kerk (N.H.) is een 17e eeuwse zaalkerk met een 19e-eeuwse houten daktoren. Ze werd in 1836 verbouwd en in 1962-1964 gerestaureerd. In de kerk bevindt zich een orgel uit het laatst van de 17e eeuw, alsook een preekstoel in Lodewijk XV I-stijl. Langs de wegen van Koudekerke naar Middelburg en Vlissingen liggen enige buitenplaatsen waarvan de oorsprong teruggaat tot in de middeleeuwen. Het huis Der Boede aan Koudekerkse weg dateert van 1721, maar was oorspronkelijk een middeleeuws slot. Na de brand in 1745 is het als landhuis herbouwd. Het dient nu als verpleeghuis, voor welk doel enige moderne vleugels zijn aangebouwd. Het slot Ter Hooge langs de weg naar Middelburg was een middeleeuws huis; na de verbouwing van 1754-1759 bleven van het oude gebouw slechts twee torens over. Langs dezelfde weg staat het huis Toorenvliedt dat omstreeks 1675 werd gebouwd; verbouwd in 1754; de buitenplaats heeft een markante achtkante koepel (uitkijktoren). De korenmolen 'De Lelie', een stellingmolen uit 1872, is in 1980/81 herbouwd. Geschiedenis: De kerk van Koudekerke was een dochter van de Westmonster te Middelburg, vóór 1198 gesticht. Ze was gewijd aan St. Michael. De parochie Koudekerke was vrij uitgestrekt en besloeg zelfs een deel van de stad Middelburg; het klooster van de augustijnen lag binnen de parochie. Na 1266 kwam de kerk, die eerst behoorde aan de St. Paulusabdij te Utrecht aan de O.L.V.abdij te Middelburg. Aan de kerk was een vicarie verbonden. Op het kasteel Ter Hooge was er een kapel. In de duinen te Dishoek is op 30 juni 1566 de eerste hagepreek gehouden. Na de Reformatie kreeg Koudekerke zijn eerste predikant in 1583, Pieter van den Broecke.

2. KOUDEKERKE (Coude Kercke). Een eertijds welvarend dorp, parochie en zelfstandige ambachtsheerlijkheid in het Zuidland van Schouwen. Wapen: Het is verleidelijk om bij deze omvallende toren te denken aan een afbeelding van het verval van het dorp door de overstromingen. Ook de door de lucht vliegende degens lijken weinig goeds te beduiden. Het wapen komt echter al voor op de kaart van Schouwen van 1540, toen het dorp nog in welstand was. De betekenis van dit merkwaardige wapen blijft dus raadselachtig. De Heer van Coudekerque voerde in de 17e eeuw echter een wapen met een in vier rijen van goud en groen geschaakt schild. Geschiedenis: Aan de binnenzijde van de zeedijk, tussen Schelphoek en Burghsluis rest nog de van ver zichtbare 'Plompe toren' van het voormalige dorp dat tussen 1550 en 1600 grotendeels werd buitengedijkt (de inlaagdijk uit 1581 kwam langs de kerk te liggen, nu zeedijk). Het is niet bekend of de toren stamt uit de tijd van de eerste dan wel de tweede kerk van Koudekerke. De eerste kerk was waarschijnlijk gewijd aan St.-Maarten en had twee bijaltaren, t.w. voor het Heilig Kruis en de Maagd Maria. Reeds vroeg moet het een kerkdorp van betekenis zijn geweest, want in 1322 schonk graaf Willem de Goede de kosterij van de kerk aan Pieter Dankaertszoon. De kerk I was toen dus grafelijk bezit, wat niet van de heerlijkheid zelf gezegd kan worden. In 1311 was de ambachtsheerlijkheid, afkomstig van Heer Jan van Haamstede, door graaf Willem III aan zijn neef, de bekende Witte, gegeven. De oude dorpskerk van Koudekerke verkeerde in de 15e eeuw waarschijnlijk reeds in slechte staat. Toen in 1468 het ambacht Koudekerke, tegelijk met het ambacht Haamstede, door de prins van Gruuthuse werd aangekocht, heeft deze er een nieuwe kerk gebouwd. Tijdens de bouw van de tweede kerk, in het laatste kwart van de 15e eeuw, was er nog geen gevaar voor ondergang, want in 1475 lag de zeedijk nog 3 km van het dorp verwijderd. Tegen het midden van de 16e eeuw ging de toestand snel achteruit; vóór 1700 ging Koudekerke vrijwel geheel verloren. De kerk is in 1583 afgebroken. Alleen de toren liet men staan en diende als baken voor de scheepvaart. Zierikzee, dat veel belang had bij de scheepvaart op de Oosterschelde nam het onderhoud van de toren op zich, zelfs tot in de 19e eeuw. In 1794 werd op kosten van Zierikzee de buitenkant geheel hersteld. In 1867 werd door de gemeente Haamstede afstand gedaan van het eigendomsrecht over de toren. Het bezit ging over naar de Rijksdienst der Domeinen. Op initiatief van jhr. C.A. van Citters, burgemeester van Noordgouwe, vond in 1935 een restauratie plaats. Omstreeks 1965 is de toren opnieuw gerestaureerd omdat er in de tweede wereldoorlog veel schade aan was ontstaan. Na deze restauratie stond het Rijk de toren aan de gemeente Haamstede in bruikleen af op voorwaarde dat deze voor het onderhoud zou zorgen.

3. Voormalig dorp en parochie in het ambacht van Boechoute (0.Z. Vl.), ca. 3 km ten westen van het Mauritsfort. Tegen het einde van de 14e eeuw is deze parochie in de Bolsen verdwenen. De naam leeft soort in de Koudepolder (0.Z. VI.).