Koewacht (koewagt, Koyewert)
Koewacht (koewagt, Koyewert) |
---|
Het dorp: kenmerken
Gedeeld grensdorp en voormalige gemeente in Oost Zeeuws-Vlaanderen, sedert 1 april 1970 binnen de gemeentegrenzen van Axel; vanaf 2003 ingedeeld bij de gemeente Terneuzen, gelegen aan de Belgisch-Nederlandse grens (grenskantoor). Het dorp heeft 2.515 inwoners (2021, Nederlands deel). Tot de voormalige gemeente Koewacht behoorden de buurtschappen Boschdorp, Fort Ferdinandus, Hazelarenhoek, Nieuwemolen, Oudemolen, St.-Andries, Het Zand, Kruispad, Wouterij en het langgerekte dorp Heikant (gedeeltelijk). Koewacht is vanouds een centrum van vlasverwerkingsindustrie in Zeeuws-Vlaanderen.
Wapen
Dit is een sprekend wapen (een wachtende koe). Het werd bevestigd op 31 juli 1817. Oorspronkelijk was het veld van zilver.
Vlag
De vlag van Koewacht heeft banen groen-geel-groen, de wapenkleuren, met weglating van het rood van de koe.
Varia
- Kermis op de eerste zondag, maandag, dinsdag in de maanden mei en september.
- Vlasmarkt op de donderdagmiddag. Jaarmarkt/veemarkt op de eerste woensdag in april.
Monumenten
Sint-Filippus en Jacobuskerk
De in het Nederlandse deel van Koewacht wonende gelovigen kerkten vanouds in de Sint-Filippus en Jacobuskerk in het Belgische deel van Koewacht. De Duitse bezetter maakte hier tijdens de Eerste Wereldoorlog een einde aan door de grens te versperren met De Draad. Vanaf 1916 maakten de Nederlanders daarom gebruik van een houten noodkerk, en in 1922 kwam op Nederlands grondgebied een stenen kerk gereed, ontworpen door Wolter te Riele. Het betreft een bakstenen kerkgebouw onder zadeldak, met een verlaagd, driezijdig afgesloten koor en een naast het koor gebouwd ongelede toren met spits. De kerk is gebouwd in traditionalistische stijl. Het orgel is gebouwd door Cornelis Rogier voor de Sint-Jozefkerk te Bergen op Zoom en werd in 1930 in Koewacht geplaatst. De orgelkast en een deel van de pijpen zijn vermoedelijk eind-18e-eeuws.
Luchtwachttoren 3T1
De toren is in 1952 gebouwd en was onderdeel van het landelijke netwerk van observatieposten van het Korps Luchtwachtdienst gedurende de Koude Oorlog. Het is een van de 19 nog resterende exemplaren. De toren staat in een bosschage tussen de Emmabaan en de Henry Dunantstraat in Koewacht. Destijds was het gebied nog open landbouwgebied, maar tegenwoordig is de omgeving bebouwd. De toren is in gebruik geweest tot 1964, toen de luchtwachtdienst hier werd opgeheven. De toren is een tijd in particuliere handen geweest, maar kwam in eigendom van de gemeente Terneuzen die hem in 2010 op de gemeentelijke monumentenlijst heeft gezet. Een particuliere stichting zet zich sinds 2018 in voor restauratie van het object. De toren is de hoogste nog bestaande luchtwachttoren en bevindt zich nagenoeg in authentieke staat. Het gebouw is echter niet meer toegankelijk; alle 15 houten trappen zijn zo goed als vergaan en betonrot heeft de aanhechting van bordessen aangetast.
Overig
Te bezichtigen is de vlasroterij Sint Andries. Voorts is er in Koewacht een kwekerij van parelhoenders, de enige in Nederland.
Geschiedenis
Koewacht is een betrekkelijk jong dorp. De plaats wordt genoemd in een stuk uit 1590 waarin wordt opgemerkt, dat haast gemaakt moet worden met het fort Masereels, anders genoemd de Koewagt'. In de 17e eeuw komt de naam Koewagt nog niet voor op de landkaarten, eerst in 1739 is dit het geval op een kaart van W. Hattinga. Wel is er een kaart die de toestand aangeeft van na de Vrede van Munster in 1648, waar, op de plaats die op latere kaarten wordt aangeduid als Koewagt, de naam Koyewert voorkomt. Binnen de v.m. gemeente Koewacht lag ten oosten van Zuiddorpe in 1236 reeds het klooster Ter Haghen (Ten Haag, Ten Hage; mogelijk genoemd naar het door hagen omgeven binnenplein of naar de bosrijke omgeving). Het was een klooster van de cisterciënzerorde; het heette eigenlijk Domus gaudii Beatae Mariae Virginis. Het klooster kwam tot stand door de weldadigheid van gravin Margaretha, maar vooral door de begunstiging van Waltherus (Walter), heer van Axel. De abdij kwam tot grote bloei en bezat in wijde omtrek veel landerijen en moergronden. Het klooster had in de Tachtigjarige Oorlog veel te lijden, werd herhaalde malen zwaar beschadigd, weer hersteld, doch uiteindelijk dermate verwoest dat de nonnen vertrokken en het klooster tot ondergang was gedoemd. De goederen werden na opheffing van het klooster als domeinen verkocht. Door militaire inundaties ontstond er een breed water (de Bolixate of het Canaal) tussen wat later het eiland van Axel en Terneuzen wordt genoemd en het Overkwartier, het gebied waarop Koewacht zou ontstaan. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog maakte de streek een zeer onzekere tijd door. Daaraan kwam voor het Overkwartier eerst een einde toen in 1645 met de inneming van Hulst de gehele frontlinie aan de noordkant van het Overkwartier in handen viel van Frederik Hendrik. Bij de vrede van Munster in 1648 werd de grensscheiding tussen het gebied dat behoorde tot dat der Staten-Generaal en dat der Oostenrijkse Nederlanden vastgesteld, ongeveer zoals nu de grens tussen België en Nederland. Op 10 april 1687 werd in Spaans Koewacht een kapel gesticht ten behoeve van de geheel katholieke bevolking van de grensstreek. Op de fundamenten van deze kapel werd in 1713 een nieuwe kerk gebouwd, o.a. met financiële steun van de bisschop van Gent, Philippus van der Noot. De bewoners van het Nederlandse Koewacht, die tot de Belgische parochie behoorden, konden tot aan de Eerste Wereldoorlog hun kerk in België bezoeken. Toen de grens door de Duitsers hermetisch werd afgesloten, was dit niet meer mogelijk. Op 1 november 1921 werd de parochie Koewacht op Nederlands grondgebied opgericht (patroonheiligen Philippus en Jacobus). Inmiddels was er een houten noodkerkje gebouwd. De eerste steen voor de huidige kerk werd op 2 mei 1921 gelegd; de consacratie geschiedde op 3 mei 1922 door de bisschop van Breda. De architect was Te Riele uit Deventer.
Auteur
J.A. Trimpe Burger
Literatuur
Oggel, Koewacht. Zelandia Illustrata XII, 662-664.