Kervel

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kervel
Dolle kervel, bron:Thierry Pernot, Wikimedia

Kervel (Anthriscus)

Geslacht van kruidachtige planten, behorend tot de familie der schermbloemigen. Alle worden gekenmerkt door wit te bloemschermen en fijnverdeelde veervormige bladeren. In Zeeland komen twee soorten in het wild voor.

Fluitenkruid (Anthriscus svlvestris)

Het meest algemeen is het fluitenkruid Deze plant, die tot ongeveer 1,5 m hoog wordt, komt overal algemeen voor met name in bossen en struwelen, maar ook in wegbermen en op sloot- en dijktaluds. Dialect: Walcheren, Zeeuws-Vlaanderen: toeters; Walcheren: toeterloof; Tholen: toeterkruud; Zeeuws-VIaanderen: peetoeter, pijpekruid; Zuid-Beveland, Tholen: peeloof; Zuid-Beveland, Zeeuws-Vlaanderen, Schouwen-Duiveland: trompe.

Fijne kervel (Anthriscus caucalis)

Een nauwe verwant is de fijne kervel . Deze lijkt op een kleine uitgave van het fluitenkruid. Zij heeft kleinere bladeren en bloeischermen en een fijnere bladverdeling. De fijne kervel komt vrij algemeen voor in de duinen, met name in de struwelen. In het poldergebied ontbreekt deze soort.

Gewone kervel (Anthriscus cerefolium)

De gewone kervel is een cultuurplant, die veel geteeld wordt. Zij komt in Nederland niet in het wild voor.

Auteur

-A.M.M. van Haperen