Kernenergie-centrale Borssele

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kernenergie-centrale Borssele

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Deze elektriciteitscent rale met een elektrisch vermogen van ca. 450 miljoen Watt (450 MegaWat werd op 25 oktober 1973 aan de PZEM overgedragen. De Samenwerkende Electriciteits-Productiebedrijven (SEP) in Nederland hadden in 1965 reeds een kleine proefcentrale (54 MW) te Dodewaard in bedrijf gesteld, om ervaring op te doen met het opwekken van elektriciteit d.m.v. kernenergie. De gekozen plaats van de eerste grote Nederlandse kernenergie-centrale, te Borssele, hangt o.a. samen met de beschikbaarheid van zowel voldoende koelwater als afnemers van de geproduceerde elektriciteit. Het besluit tot de bouv, werd in 1969 door de raad van bestuur van de PZEM genomen. De centrale werd door Siemens (Kraftwerk Union) gebouwd. De elektriciteit in deze centrale wordt evenals bij een kolen-, olie- of gasgestookte centrale opgewekt in een elektrogenerator (zie fig.), in wezen een grote dynamo. Ook de aandrijving van deze generator geschiedt bij een kernenergiecentrale als bij de conventionele door een stoomturbine; de stoom voor de turbine wordt verkregen door het verhitten van v1/4. ater in een, alweer conventionele, stoomketel. In deze fase van de installatie begint echter het onderscheid tussen een kernenergie-centrale en een conventionele, waarbij de stoomketel door verbranding van kolen, olie of gas onder de ketel wordt verhit. Bij de kernenergie-centrale is de warmtebron uranium, waarin een kernsplijtingsproces plaats vindt. Bij dit proces worden de kernen van de uranium-atomen gespleten in kernen van atomen met een kleinere kern, waarbij tevens warmte vrijkomt. Wegens eveneens vrijkomende radioactieve straling, die het kernsplijtingsproces begeleidt en om andere technische en veiligheidsredenen kan de warmtebron het uranium niet direct met de stoomketel in aanraking worden gebracht. Daarom is het uranium, dat als uraniumoxyde in metalen buisjes is opgesloten, door een stalen reactor) vat omgeven. De stoomketel bevindt zich buiten dit vat. De buisjes uraniumoxyde zijn tot brandstofelementen samengevoegd; tussen deze elementen en de stoomketel loopt een gesloten huizencircuit, waarin water wordt rondgepompt. Dit water, dat tijdens de passage door de brandstofelementen wordt verhit en in het gesloten circuit een druk van 60 atm. en een temperatuur van ca. 300°C. bereikt, dient als arrntebron voor de stoomketel. De stoom wordt na het doorlopen van de turbine gekoeld en het aldus gevormde water wordt weer naar de stoomketel terug gepompt. Voor dit condensatieproces wordt gebruik gemaakt van water uit de Westerschelde (ca. 22.000 m' per uur) dat na het passeren van de condensor weer in de Schelde terugstroomt. De reactor te Borssele wordt - vanwege' de hoge druk in het gesloten verwarmingswatercircuit - een Drukwater-Reactor genoemd. Het cylindrische reactorvat heeft een diameter van 3,7 m, een hoogte van 10 m en een wanddikte van 18,5 cm. Dit vat, de stoomketel en het gesloten warmwatercircuit zijn omgeven door een stalen bol (46 m diameter; 2,2 tot 3 cm wanddikte). Het geheel zit in een betonomhulling met een wanddikte van 60 cm.

Het beschrijven van alle veiligheidsvoorzieningen zou te zeer in technische details voeren. Hier wordt volstaan met de vermelding, dat hij de ergst denkbare storing (een breuk in het onder hoge druk staande watercircuit, dat de warmte uit de reactor afvoert naar de stoomketel) een noodkoelsysteem in werking treedt. Daartoe worden vier onder drukstaande vaten met totaal 80 m' vloeistof en vier opslagvaten van elk 170 m' gereed gehouden, waarmee de reactorkern in geval van nood gekoeld kan worden en waarin zich tevens een stof (boorzuur) bevindt, die het splijtingsproces afremt. Alle onderdelen an dit nood-koelsysteem, speciaal de elektrische energie ervoor, zijn meervoudig uitgevoerd. Zo wordt bij het uitvallen van het normale elektriciteitsnet de stroomvoorziening overgenomen door een noodstroom-centrale met een drievoudig dieselmotorensysteem. Het pompenstelsel is in viervoud uitgevoerd.


AUTEUR

J.P. Vaane


AFBEELDING

Links de kerncentrale, rechts de conventionele centrale te Borsele (1973). Duidelijk is de loting van het koelwater in de Westerschelde te tien (foto uit 1973). (pag. 157) Schema van de kerncentrale te Borsele. (pag. 157) Demonstratie tegen kernenergie te Borsele op 7 april 1979. (pag. 158)