Kabelbaan

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kabelbaan

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Transportmiddel voor het vervoeren van personen of goederen naar moeilijk te bereiken plaatsen. In de waterbouwkundige sector is in 1964 van een kabelbaan gebruik gemaakt om de afsluiting van de noordelijke geul van de Grevelingen tussen de provincies Zeeland en Zuid-Holland uit te voeren door middel van het systeem van 'geleidelijke sluiting'. De kabelbaan was opgehangen aan drie pylonen (steuntorens), ontworpen en geïnstalleerd door de Franse firma 'Etablissements Neyrpic' te Grenoble. Er waren tien speciale motorgondels ter beschikking terwijl dertig gondelmachinisten waren opgeleid. Door de kabelbaan in de periode augustus tot december 1964 als continubedrijf te exploiteren kon de geul eind december als gesloten worden beschouwd.

Dezelfde kabelbaan werd in maart/april 1970 voor de tweede keer gebruikt om in de zuidelijke geul van het Haringvliet, het rak van Scheelhoek, een beteugelingsdam van betonblokken te storten.

De derde keer dat een geul werd afgesloten met behulp van een kabelbaan was in 1971 bij de zuidelijke geul van het Brouwershavensche Gat. Van 29 maart tot 28 mei 1971 werden 150.000 betonblokken van 2,5 ton gewicht met de kabelbaan getransporteerd en in het sluitgat gestort. Voor het Zeeuwse gedeelte van de Rijn-Maas-Schelde-delta was dit de eerste sluiting met behulp van een kabelbaan.


AUTEUR

M.H. Wilderom


LITERATUUR

Driemaandelijkse Berichten Deltawerken.


AFBEELDING

Bij het dichten van het sluitgat in de Grevelingen werd gebruik gemaakt van een kabelbaan met motorgondels. Onder de gondels waren netten bevestigd, gevuld met grind en stortsteen (1964) Schets van een kabelbaan vòòr sluiting van de Grevelingendam. De gondels in actie. Langzaam zou de dam boven water komen en ging de grote Grevelingen dicht.