Joos de Moor/EvZ1982-1984

(Vlissingen 1548 - Vlissingen 18 februari 1618). Vice-admiraal van Zeeland. Onderscheidde zich in juni 1572, evenals zijn vader Jan de *Moor, in de strijd tegen Medina Celi. Daarna veroverde hij een met specerijen geladen schip, dat deel uitmaakte van een vloot koopvaarders van Lissabon op weg naar Antwerpen. Tijdens de gevechten met de Spaanse admiraal Don Sancho d'Avila, die trachtte Middelburg te ontzetten, veroverde hij, onder het geschut van Rammekens, het Spaanse schip 'Het land van beloften' (april 1573). In januari 1574 nam hij deel aan de slag bij Reimerswaal en in de herfst van dat jaar aan de tocht van Lodewijk van *Boisot, tot ontzet van Leiden ondernomen. In 1586 werd hij benoemd tot viceadmiraal 'op de vlote ende de wachte opte riviere van Antwerpen'. Onder Justinus van Nassau, luitenant-admiraal van Zeeland, voerde hij het bevel over de schepen die in 1588 de Vlaamse kust blokkeerden om te voorkomen dat Parma zich met de Armada zou verenigen. In 1600 voerde hij het bevel over de vloot die het leger van Prins Maurits ondersteunde tijdens de slag bij Nieuwpoort. Ook daarna nam hij deel aan de bewaking van de Vlaamse havens. In mei 1603 werd De Moor, die met twee of drie zeilschepen en twee galeien daar op wacht lag, door Frederico Spinola vanuit Sluis aangevallen met acht galeien en twee of vier fregatten of jachten. Na een hevig gevecht, waarin Spinola sneuvelde, vluchtten de Spanjaarden met grote verliezen terug naar Sluis. Tijdens het gevecht werd ook De Moor gewond; hij genas maar heeft vermoedelijk niet meer gevaren.