Jona Willem te Water/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Zaamslag 28 okt. 1740 - Leiden 19 okt. 1822). Theoloog en publicist. Zoon van Willem te Water. Na studie aan de latijnse school te Vlissingen en de universiteit te Utrecht werd Te Water in 1761 predikant te Raamstede. Twee jaar later beriep Veere hem en in 1765 verhuisde hij naar Vlissingen. Hier voltooide Te Water het werk dat door zijn vader was begonnen; het 'Kort Verhaal der Reformatie in Zeeland' en publiceerde zelf zijn 'Tweede eeuwfeest der bevrijding' (1772). In 1776 werd Te Water aangesteld tot geschiedschrijver van het gewest. Te Waters optreden als predikant is niet zonder strubbelingen verlopen; Kooplieden uit Duinkerken, die zich in Vlissingen hadden gevestigd wegens de oorlog tussen Frankrijk en Engeland, vroegen om een rooms-katholieke kerk. Toen de magistraat dit toestond brak er een oproer uit (1778). Aangezien Te Water achter de magistraat stond, kreeg hij moeilijkheden met zijn gemeente. Conflicten waren er ook over de invoering van de psalm berijming van 1773. Deze werd door Te Water, die hierover anoniem een pamflet schreef, verdedigd. Door dit alles verliepen zijn kerkdiensten. De vele smaad- en lasterschriften aan zijn adres noopten hem in 1779 afscheid te nemen van Vlissingen en een benoeming te aanvaarden (1780) aan de Illustere School te Middelburg, waar hij wijsbegeerte en vaderlandse geschiedenis doceerde. Te Water was een bekwaam man, die zich veel heeft bezig gehouden met de historie van Zeeland, die liefde tot de historie bleek reeds op de Latijnse school, waar hij in het Latijn twee redevoeringen heeft gehouden; over Philip Sidney, de gouverneur van Vlissingen en over de verdiensten van het geslacht Van Borssele. De laatste werd door zijn vader vertaald, van aantekeningen voorzien en uitgegeven. In vier delen beschreef hij voorts de historie van het verbond en de smeekschriften der Nederlandse edelen. 1562-1567. Talloos zijn verder zijn artikelen. In opdracht van de classis heeft Te Water zich zeer actief bezig gehouden met de kruisgemeenten van de Vlaamse Olijfberg. Voor hen stelde hij een instructie op voor predikant en kerkeraad. Eveneens was hij scriba van een commissie die de 'wetten' van de classis heeft samengevoegd. Met een voorbericht over oorsprong en uitbreiding van de classis Walcheren zijn deze in 1780 in druk verschenen. In 1785 werd hij benoemd tot hoogleraar te Leiden. In 1815 moest men Te Water, die volkomen doof was geworden, dwingen eervol ontslag te nemen. In Leiden was Te Water onder Lodewijk Napoleon lid van een commissie voor de zaken van de kerk maar deze commissie heeft weinig kunnen uitrichten.