Johannieters (st.-jansridders, Hospitaalridders, Maltezerorde)

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johannieters (st.-jansridders, Hospitaalridders, Maltezerorde)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Oudste ridderlijke orde, gesticht ca. 1050 te Jerusalem. Schutspatroon Johannes de Doper. Wie in Brugge komt, zal een bezoek brengen aan het St.-Janshospitaal. Hij ziet zich daar verplaatst middenin een stuk middeleeuwse geschiedenis van de johannieters. Deze Brugse vestiging heette officeel de Commanderij Slype of Slypendamme, dat bij Aardenburg lag, op de plaats waar het kanaal dat deze stad scheepvaart bezorgde in het Zwin uitmondde (Slepeldamme). Is daar de eerste vestiging geweest? Hun hoofdzetel hadden zij in Jerusalem even ten zuiden van de H. Grafkerk, waar ook het grote hospitaal stond waarnaar zij hospitaalridders werden genoemd. Vele honderden zieken konden hier worden verpleegd. Eerst in 1113 kreeg de orde het karakter van een geestelijke ridderorde. Na de val van Acco in 1291 zijn de johannieters naar het eiland Rhodos gegaan, vanwaar zij in 1523 door de Turken werden verdreven. In 1530 schonk Karel V hun het eiland Malta. Sedertdien sprak men ook van de Maltezerorde. Napoleon maakte in 1798 aan hun bezit een einde. Nadien is de orde hier en daar blijven voortbestaan. Het kleed der johannieters was eerst een zwarte, later een rode mantel met een wit kruis. In Zeeland zijn verschillende commanderijen van de johannieters geweest, waarvan de meeste behoorden tot de balije van Utrecht. De meest bekende was wel die te Kerkwerve onder Domburg (St.-Jan ten Heere). Op 8 april 1300 kregen de St.-Jansridders van de heer van Voorne, die burggraaf van Zeeland was, vrijdom van schot voor 180 gemeten grond. Daarmee ging hij voort op de weg die graaf Willem II in het midden van de 13e eeuw was gegaan. Het klooster der benedictinessen in Werendijke (tussen Zoutelande en Biggekerke), Porta Coeli, leidde een moeizaam bestaan. De johannieters van Kerkwerve hebben deze zusters opgenomen in hun orde na 1318. Ze bleven voorlopig in Werendijke wonen. Deze opname was in ieder geval in 1330 tot stand gekomen. Sindsdien had men hier een voorbeeld van een dubbelklooster, het enige in Zeeland. In 1540 verkeerde Kerkwerve niet meer in economische welstand, maar de zusters leefden er religieus, volgens een visitatierapport. In 1566 werd dit klooster door de beeldenstorm getroffen; in 1578 zijn de bezittingen verkocht. In 1876 is, wat er nog van de oude behuizingen van de commanderij was overgebleven, afgebroken. Wanneer de commanderij van Middelburg is gesticht, weten we niet, maar in 1317 is zij begiftigd door graaf Willem III. De St. Jansstraat houdt de herinnering levend aan wat daar eenmaal heeft gestaan. Toen de nieuwe haven werd gegraven in 1335, moest althans de kerk van de johannieters worden afgebroken. Vermoedelijk hadden toen reeds de St.-Jansridders hun functie in de samenleving van Middelburg verloren. In Zaamslag is de commanderij van de tempeliers, Genderdyc, toen deze orde in 1312 werd opgeheven, overgegaan in handen van de johannieters. Van toen af zorgden zij voor het hospitaal. Door de overstromingen, als gevolg van de tachtigjarige oorlog (1586), zijn de gebouwen weggespoeld. Waarschijnlijk uit het midden van de 13e eeuw stamt de commanderij van Wemeldinge. Deze lag juist op de grens met Kapelle. Vermoedelijk is deze commanderij vanuit de laatste plaats gesticht. De gronden lagen bijna geheel op het gebied van Kapelle. De St Janshoek, het St .-Jansheerenland enz. worden nu nog als aanduidingen van vroegere landerijen gebruikt. Aan deze commanderij was een klein hospitaal verbonden, maar langzamerhand was ze niet meer dan een landbouwbedrijf geworden. In de 17e eeuw zijn de goederen in particulier bezit overgegaan. Te Zierikzee is er een St.-Jansstraat, maar het is niet bekend dat hier ooit johannieters hebben gewoond. In Oostburg heeft men een St.-Janshuis gehad, evenals in Aardenburg. Van dit laatste is bekend dat het niet in verband stond met de johannieters en van het eerste zal het wel altijd een vraag blijven.


AUTEUR

S.J.M. Hulsbergen


LITERATUUR

Van Beresteyn, Johanniter-Orde. Van Empel en Pieters, Zeeland. Van der Horst, St.-Jansheeren op Walcheren. Schoengen, Mortasticon Batavum. Romer, Kloosters en abdijen. Van Heusen en Van Rijn, Batavia sacra. S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom. Post, Kerkgeschiedenis. Hendrikx, Bedelordekloosters. Wolfs, Noord-Nederlandse Dominicanen.