Johannes Walaeus, (Jan de Wale)/EvZ1982-1984
(Koudekerke 27 nov. 1604 - Leiden 6 juni 1640). Medicus. Zoon van Antonius. Bezocht de Latijnse school te Middelburg; promoveerde 24 juni 1631 te Leiden op Disputatio medici de fehribus (Medische verhandeling over koortsen). In 1633 werd hij buitengewoon hoogleraar te Leiden. Na aanvankelijk Harvey’s leer van de bloedsomloop bestreden te hebben, werd hij er later een fervent voorstander van. Walaeus wordt tot de grondleggers in de experimentele fysiologie gerekend; zijn bevindingen hierover werden gepubliceerd door Thomas Bartholomeus, een leerling Walaeus. Uit zijn brieven aan Thomas blijkt, dat Johannes zijn mening over de oorspronkelijkheid van Harvey heeft herzien; hij nam nu op gezag van Thomas aan, dat een Venetiaanse monnik de kleppen in de venen had ontdekt en daaruit het bestaan van de bloedsomloop had afgeleid. Pas in 1648 werd Walaeus levensdroom vervuld; een benoeming tot gewoon hoogleraar te Leiden. Deze late promotie was niet te wijten aan miskenning van zijn kwaliteiten door de curatoren, maar aan hun besluit het aantal medische hoogleraren te beperken.