Johannes Basseliers
| Johannes Basseliers | |
|---|---|
 Detail uit de 'Nieuwe kaart van Suriname', met rechtsonder de plantage van Basseliers | |
| Geboren | 1649 Middelburg |
| Overleden | 1689 Paramaribo |
| Beroep | predikant en planter |
| VIAF | J. Basseliers |
Biografie
Geboortig uit een gezeten Middelburgs kooplieden en magistratengeslacht kwam hij in 1668, samen met Abraham Crijnssen, in Suriname aan. Basseliers was de eerste predikant van Torarica (Nieuw Middelburg) en Paramaribo. Hij was predikant in dienst van de Staten van Zeeland, na 1683 van de Amsterdamse handelssociëteit van Suriname. In 1684 vroeg hij om gezondheidsredenen ontslag. De gemiddelde ambtsduur van de predikanten in Suriname lag in de 17de eeuw niet hoger dan vijf jaar. Aangezien hij de eerste zeven jaar geen tractement uitbetaald kreeg werd hij tevens planter. Basseliers was een van de weinige predikanten uit de geschiedenis van de Nederlandse handelskerk die zowel predikant als planter-koopman was. Hij behoorde tot de grootste `suikerheren' van Suriname. Basseliers was als pionier, predikant en planter van het begin af aan betrokken geweest bij alle problemen die de opbouw van een tropische landbouwkolonie met zich meebracht. De laatste vijf jaar van zijn leven was hij allereerst planter maar tevens geestelijk herder van het sterk aan inwoners teruglopend Torarica, waar hij de plantage Surimombo bewoonde.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
I.Vogel
Literatuur
- J.M. v an der Linde, Surinaamse suikerheren.
- John H. de Bye, Torarica, de oude hoofdstad van Suriname (Zutphen, 2017).
- Jaap Vernooij, 'Godt niet meer Engels, maer geheel Zeeuws. Jan Basseliers, kerk en slavernij', in: Zeeland 14/1 (2005) 3-12.