Johannes Adriaanse

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johannes Adriaanse

Mr. Johannes Adriaanse, Catolina J. Adriaanse-Boutens en M.M.J.C. Boutens-Frederiks in hun Benz Velo automobile met kenteken Z6=201; Adriaanse nam deze auto in 1900 ingebruik, foto, 1905, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 2519
Geboren 4 december 1867 Middelburg
Overleden 25 december 1946 Bilthoven
Beroep advocaat en procureur

Johannes Adriaanse was advocaat en procureur in Middelburg en raads- en Statenlid voor de progressief liberale Vrijzinnig Democratische Bond. Hij was één van de heel weinige Nederlanders die een meestertitel behaalde zonder een middelbare schoolopleiding en misschien wel de enige die zich opwerkte van deurwaarder tot vooraanstaand advocaat.

Jeugd en studie

Johannes werd in Middelburg geboren in een onbemiddeld milieu. Zijn vader en diens vader waren dagloner, zijn vader werkte zich later op tot meesterknecht en daarna opzichter in een houtzagerij. Zijn moeder was naaister. Een broer en een zus wisten zich echter ook op te werken tot onderwijzer(es).

Al als kind wilde Johannes advocaat worden. Na de lagere school kwam hij als klerkje in dienst bij de griffier van het Middelburgse kantongerecht. In de avonduren volgde hij, financieel gesteund door zijn ouders, avondschool. In 1892, toen hij eerste klerk was bij het kantongerecht, werd hij benoemd tot deurwaarder bij het kantongerecht te Hulst en trouwde hij met Catolina J. Boutens. Op aanraden van mr. Van den Berg van Eijsinga pakte hij zijn avondstudie weer op, waarna hij in 1901 staatsexamen deed en toegang verkreeg tot een universitaire rechtenstudie. Hij studeerde te Leiden zonder er te wonen, dus vanuit Hulst, en deed al in februari 1902 kandidaatsexamen. In juli 1904 legde hij het doctoraal examen af, waarna hij in november van dat jaar promoveerde op stellingen.

Gemeenteraadslid te Hulst en Middelburg en Statenlid voor Hulst

In de zomer van 1899 werd Adriaanse voor de liberalen gekozen in de door rooms-katholieken gedomineerde gemeenteraad van zijn woonplaats Hulst. In 1906, bij zijn verhuizing naar Middelburg waar hij een praktijk als advocaat en later ook procureur begon, legde hij het raadslidmaatschap in Hulst neer. Als advocaat hield hij nog tot tenminste 1915 eenmaal in de week zitting in Hulst.

Villa Vacuna te Oostkapelle werd door Adriaanse in 1923 gebouwd, ansichtkaart, ca. 1955, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 16987

In 1901 stond hij kandidaat voor de liberalen in het district Hulst voor de Provinciale Statenverkiezingen. Adriaanse werd niet gekozen en weigerde vervolgens in 1903 een kandidatuur. In 1907 dong hij opnieuw mee naar een Statenzetel in het district, hoewel hij toen al in Middelburg woonde (dat was destijds niet ongebruikelijk). Tot verbazing van de kenners van de regio, kregen de zittende rooms-katholieke Statenleden niet een meerderheid ineens, maar werden zij pas bij een herstemming gekozen. Dat lag mede aan de kandidaten (Adriaanse en boerenvoorman Ph.J. van Dixhoorn) van de liberalen die landelijk oppositie voerden tegen ‘de coalitie’ van de ARP en de rooms-katholieken. Adriaanse werd omschreven als ‘in het district uitnemend bekend.’ Vermoedelijk had hij de steun van ‘de gewone man’. Uit de stellingen bij zijn proefschrift blijkt dat hij voorstander was van het algemeen kiesrecht en het kleine landbouwbedrijf hoger aansloeg dan het grootbedrijf.

In 1910 stond Adriaanse voor de Vrijzinnig Democratische Bond kandidaat in het district Vlissingen, maar werd hij niet gekozen. Wel werd hij in augustus 1911 in zijn woonplaats Middelburg tot raadslid gekozen. Hij bleef het tot 1923, toen hij verhuisde naar Oostkapelle waar hij aan de Domburgseweg het landhuis ‘Vacuna’ had laten bouwen. Volgens de (familie)overlevering haalde een deel van de Middelburgse elite de neus op voor iemand die niet zoals gebruikelijk gymnasium had gevolgd en het studentenleven meegemaakt, maar toch in hun kringen verkeerde. Ook op het bouwen van Vacuna werd met enige jaloersheid gereageerd.

Werkzaamheden in het vakgebied en vrijwilligerswerk

Adriaanse bleef zich inzetten voor zijn voormalige collega’s, de deurwaarders. Hij was actief in de Vereeniging der Deurwaarders, onder meer als redacteur van het in 1910 mede door hem opgerichte tweewekelijkse verenigingsorgaan Justitia. Tenminste tot halverwege de jaren dertig bleef hij aan het blad verbonden. Verder was hij sinds 1913 voorzitter van de landelijke examencommissie voor de gerechtsdeurwaarders.

Adriaanse was een vroeg en enthousiast gebruiker van de auto. Hij was dan ook betrokken bij het – geweigerde – verzoek aan het Provinciebestuur in 1911 om de tollen op Walcheren af te kopen dan wel de wegen op Walcheren bij de Provincie in beheer te nemen. Tollen op Provinciewegen waren namelijk in 1909 afgeschaft, maar Polderbesturen mochten nog wel tol heffen. Adriaanse was betrokken bij diverse Middelburgse sportverenigingen en had een substantieel aandeel in het tot stand komen van sportterreinen in zijn geboorteplaats.

Statenlid voor de VDB

Adriaanse (linksboven) met personeel bij zijn auto met kenteken K28 in 1920, foto, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 2523

In 1919, na de invoering van het algemeen kiesrecht, werd Adriaanse gekozen tot lid van Provinciale Staten voor de Vrijzinnig Democratische Bond (VDB). In de regio Hulst werden nu amper nog stemmen op hem uitgebracht, veel meer op Walcheren. Adriaanse stond derde op de kandidatenlijst, de VDB had drie zetels. Toen de partij in 1931 van vier (1927) op twee zetels kwam, stond Adriaanse tweede op de lijst en werd dus ook verkozen. Bij de Statenverkiezingen van 1939 was hij lijsttrekker; de VDB haalde toen weer drie zetels. Nog in 1942, het jaar waarin hij vanwege zijn leeftijd verplicht uit Walcheren moest evacueren, maakte hij formeel deel uit van Provinciale Staten. Eind 1934 vormde hij met zijn fractiegenoten, enkele leden van de Vrijheidsbond en vier protestantse confessionelen de groep van negen Statenleden die tegen het deelnemen van de Provincie in het maatschappelijk kapitaal van de op te richten NV Zeeuwse Gasmaatschappij stemde. Adriaanse vond dit geen provincietaak en te risicovol. 31 Statenleden stemden vóór.

Overlijden

Het huidige kantoor van Adriaanse en Van der Weel aan de Kousteensedijk in Middelburg, foto: J. Francke, 2 september 2016

Bij de stadsbrand van Middelburg op 17 mei 1940 werd het kantoor van Adriaanse in de Lange Delft volledig verwoest. Zijn zoons mr. F.W. Adriaanse en mr. P.C. Adriaanse, sinds de jaren twintig werkzaam bij hun vader, zetten elders de advocatenpraktijk voort. Na een fusie ontstond het gerenommeerde kantoor Adriaanse en Van der Weel advocaten. Adriaanse overleed op zijn evacuatieadres in De Bilt en werd begraven in Middelburg.[1] Bij die gelegenheid werd gememoreerd dat hij ‘bij zijn collega’s zeer gezien was’ en dat hij ‘lid van talrijke besturen, landelijke provinciale en gemeentelijke organisaties en vereenigingen’ was geweest.

Auteurs

-Jan Zwemer / Eric Jan Weterings

Literatuur

Noten