Johannes Adolphus van de Putte/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Middelburg 1764 - op zee, 1819). Koopvaardij officier. Geen familie van de vorigen. Ondernam, eerst onder leiding van zijn vader en later zelfstandig, enige reizen op Compagnieschepen naar de Oost. De omwenteling van 1795 maakte een eind aan deze activiteiten. In 1811 werd hij gemobiliseerd voor de marine. Bij de pogingen om na 1815 Middelburg weer een rol te laten spelen in het internationale handelsverkeer werd Van de Putte door de firma Van den Broecke, Luteijn en Schouten aldaar gevraagd een reis te ondernemen naar China om daar thee op te halen. Dat lukte en Van de Putte was de eerste die op 13 augustus 1817 via het op 9 augustus door koning Willem I geopende kanaal van Veere Middelburg binnenvoer. Op een tweede, kort nadien ondernomen reis, overleed hij in de buurt van Kaapstad. De resultaten van de reizen waren niet profijtelijk genoeg om tot voortzetting over te gaan. Middelburg reedde niet meer uit. Van de Putte was gehuwd met een meisje Fransen uit 's-Heer Arendskerke. Zijn nakomelingen noemden zich daarom Fransen van de Putte. Zijn zoon Johannes (Middelburg 26 nov. 1798 - Den Haag 9 nov. 1875) was jarenlang lid van de Provinciale Staten en lid van de Eerste Kamer. Diens zoon, Isaac Dignus Fransen van de Putte (Goes 22 maart 1822 's-Gravenhage 3 maart 1902), vertrok al op zijn elfde jaar uit Zeeland, werd koopvaardijofficier, reisde vele malen naar de Oost, ging in de politiek, werd Kamerlid en bracht het onder Thorbecke tot Minister van Koloniën (1836). In 1866 vorm de hij een eigen kabinet, dat slechts drie maanden stand hield, maar in 1872 beheerde hij Koloniën opnieuw. Daarna was hij nog lang een invloedrijk parlementariër.