Johan de Knuyt/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Middelburg 6 maart 1587 - Middelburg 6 december 1654). Politicus. Geboren uit het huwelijk van Laurens de Knuyt, licentmeester, en Magaretha Rutsaerds. Huwde in 1610 met Catalina Tenijs, burgemeestersdochter. Afkomstig uit een niet zeer gefortuneerde familie wist Johan de Knuyt zich omhoog te werken tot een van de voornaamste vertegenwoordigers van de Republiek. In 1611 werd hij schepen van Middelburg het jaar daarop burgemeester en kort daarop Raad in de Generaliteitsrekenkamer. Hij won in 1630 de gunst van stadhouder Frederik Hendrik met een geslaagde expeditie naar Orange. De gouverneur Van Valckenburg had zich aan het gezag van Frederik Hendrik onttrokken en aan De Knuyt was opgedragen Orange opnieuw in bezit te nemen. De Knuyt organiseerde een aanslag op het kasteel te Orange, waarbij Van Valckenburg werd gedood. Als beloning ontving hij een pensioen van f 2000 jaarlijks. In 1631 benoemde Frederik Hendrik hem tot vertegenwoordiger van de Eerste Edele in de Staten van Zeeland, waardoor hij tegelijkertijd zitting kreeg in het college van Gecommitteerde Raden en in de Admiraliteit van Zeeland. Vanaf dit ogenblik was De Knuyt een der machtigsten in Zeeland, te meer daar hij een gewiekst politicus was, die zowel in de magistraatsbestellingen als in politieke beslissingen de wil van zijn meester wist door te zetten. In 1634 speelde De Knuyt als extraordinaris ambassadeur naar Frankrijk een belangrijke rol in de totstandkoming van het Verbond met Frankrijk van 1635. In de jaren veertig verminderde zijn invloed als gevolg van de toenemende kritiek op Frederik Hendrik. In 1645 wees Zeeland hem aan als plenipotentiaris naar de vredesonderhandelingen te Munster. Daar behartigde hij tevens de belangen van het Huis van Oranje. J.J. Poelhekke heeft aangetoond dat De Knuyt zich door de Spanjaarden liet omkopen tot het tekenen van het vredestraktaat, waarmee hij zich de woede van zijn eigen provincie op de hals haalde, die niet zonder Frankrijk vrede wenste te sluiten. Toen ook onvolkomenheden in het traktaat aan het licht kwamen, was De Knuyt geheel persona non grata in Zeeland. Men eiste verantwoording van hem en verzocht stadhouder Willem II hem als vertegenwoordiger van de Eerste Edele te ontslaan. Dankzij steun van Amalia van Solms wist De Knuyt zich echter te handhaven, maar moest door de plotselinge dood van Willem II in november 1650 toch zijn plaats in de Statenvergadering afstaan, tot grote vreugde van zijn tegenstanders onder aanvoering van de Middelburgse burgemeester Hendrik Thibaut. Kort voor zijn overlijden in 1654 vroeg De Knuyt de Staten van Zeeland nog om goedkeuring van wat hij als gevolmachtigde te Munster had verricht. De Staten, die sinds 1652 de misère van de Eerste Engelse Oorlog ondervonden, voldeden aan dit verzoek. Over De Knuyt is zeer verschillend geoordeeld. Zijn tegenstanders schilderden hem af als corrupt, gierig en hebzuchtig. De pensionaris Johan de Brune noemt hem daarentegen 'een seltsaem politieck'. Uit de bronnen komt toch een meer negatief beeld naar voren: een man die weliswaar trouw was aan de stadhouder, maar die weinig scrupuleus was om zijn doeleinden te bereiken, met name in het opbouwen van zijn fortuin.