Johan Schlingemann
| Johan Schlingemann | |
|---|---|
 Vergadering van de Zeeuwse Waterschapsbond, achter het spreekgestoelte Mr.J.F.G. Schlingemann. Foto: ZB/Beeldbank Zeeland, collectie R.M.W., rec.nr. 134173. | |
| Geboren | 6 oktober 1914 Maastricht |
| Overleden | 30 oktober 1988 Oostburg |
| Beroep | Landbouwdeskundige en politicus |
| VIAF | Johan Schlingemann |
Inhoud
Achtergrond
Johan Schlingeman groeide op in een protestants patricische familie in Limburg. Hij was de zoon van een waterstaatsingenieur. Na zijn studie rechten aan de rijksuniversiteit Leiden werkte hij enige tijd op het rijksbureau voor de voedselvoorziening. In 1945 werd Johan Schlingemann ambtenaar bij het kabinet van landbouwminister Sicco Mansholt. Een jaar later volgde zijn benoeming tot secretaris-penningmeester van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij (ZLM) en verhuisde hij naar Zeeland (Goes). Deze functie bleef hij uitoefenen tot 1964, toen hij secretaris werd van de afdeling buitenland van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité (KNLC).
Politieke carrière
Provinciale Staten
Als politiek ‘dakloze’ werd Johan Schlingemann in 1954 voor de VVD zitting te nemen in de Staten van Zeeland. In 1958 werd hij vervolgens fractievoorzitter, tot hij in 1970 gedeputeerde werd. Dat bleef hij tot 1978. Als gedeputeerde had Schlingemann de portefeuilles energie en waterstaat. Als voorstander van de bouw van een tweede kerncentrale haalde hij hiermee de woede van de linkse oppositie (met name PPR en D66) op de hals.[1]
Tweede Kamer
In 1967 werd Johan Schlingemann namens de VVD gekozen als Kamerlid. Hij was de opvolger van het kamerlid Keyzer, die staatssecretaris werd. Zijn aandachtsgebieden in de Kamer waren landbouw, ontwikkelingshulp, internationale handelspolitiek en nationaal vervoer. Ook was de vlot drie talen (Frans, Engels, Duits) sprekende Schlingemann lid van de Raad van Europa en van het Beneluxparlement.[2] Johan Schlingemann bleef Kamerlid tot 1972. In verband met de benoeming tot gedeputeerde trad Schlingemann dat jaar af als Kamerlid.
Eerste Kamer
Van 1974 tot 1980 was Johan Schlingemann lid van de Eerste Kamer. Bij de verkiezingen van 1980 gaf VVD-Noord-Holland de voorkeur aan een kandidaat uit de eigen regio, waardoor Johan Schlingemann afviel. Na het overlijden van fractiegenoot mevr. Haya van Someren-Downer (november 1980) keerde Johan Schlingemann nog voor een half jaar terug als senator. Nadat Johan Schlingemann in 1978 uit de actieve Zeeuwse politiek stapte was hij voorzitter van de Europese landbouworganisatie CEA en vicevoorzitter van de Onderlinge verzekeringsmaatschappij. In zijn woonplaats Retranchement zat hij tien jaar lang de dorpsraad voor.
Tot slot
Johan Schlingemann was meer bestuurder dan politicus. Hij had een hekel aan politieke spelletjes en gehakketak en had als Kamerlid grote moeite met de sterke polarisatie tussen ‘links’ en ‘rechts’, die eind jaren ’60 de Nederlandse politiek beheerste. Mede daardoor voelde hij zich beter thuis als gedeputeerde dan als Kamerlid. Weduwnaar en workaholic – die grote moeite had met zijn pensioenschap - Johann Schlingemann overleed in 1988 aan de gevolgen van een hartaanval. Hij werd 74 jaar oud. Hij werd begraven in zijn woonplaats Retranchement.
Belangrijkste nevenfuncties
- Bestuurslid Economisch Technologisch Instituut (ETI)
- Voorzitter raad van Bestuur PZEM
- Lid PTT-kamer voor Zeeland voor Zeeland
- Commissaris Algemene Zeeuwse Verzekeringen
Trivia
Johan Schlingemann was getrouwd met Johanna Heijer en was woonachtig op de Braamdijk in Retranchement. Het paar had twee kinderen. De hobby’s van Johan Schlingemann waren piano spelen, hockey, schaken, bridgen en het luisteren naar klassieke muziek.
Bronnen
Eretekens/onderscheidingen
- Officier in de Orde van Oranje-Nassau
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
- Ereburger van de ZLM
Auteur
-W. van Gorsel, 2023
