Johan Boreel (ridder, heer van Beloys)/EvZ1982-1984
(Middelburg 22 april 1577 - Middelburg 15 nov. 1629). Was pensionaris van Middelburg (1613-1619), secretaris van de Staten van Zeeland (14 september 1615) en van 28 oktober 1625 tot zijn dood Raadpensionaris van Zeeland. Zijn grootste verdienste echter is dat hij in Nederland de studie van het Midden-Oosten bevorderde. Behalve Engeland, waar hij diverse keren optrad als gezant aan het hof van Jacobus I, die hem 20 april 1622 in de adelstand verhief, Frankrijk, Italië en Roemenië, bereisde hij Syrië en Palestina, waar hij waardevolle oosterse boeken en handschriften kocht. Een deel hiervan stond hij af aan de hoogleraar Thomas Erpenius. Hij was bevriend met Hugo de Groot die hem in zijn Poëmata roemt; ook dichtte deze op zijn huwelijk met Agnes Heyman een bruiloftsgedicht. Bij zijn dood liet hij een grote, vnl. uit oosterse boeken bestaande bibliotheek en een medailleskabinet na. Hij schreef een Commentarius in Danielem (1599).