Jean Uepin
Jean Uepin | |
---|---|
Geboren | 15 januari 1715 Vlissingen |
Overleden | 15 juni 1766 Vlissingen |
Beroep | Letterkundige |
VIAF | [1] |
Letterkundige. Kleinzoon van een uitgeweken Hugenoot, klerk ter stedelijke griffie, reder, later schepen en raad. In 1739 richtte hij met enkele vrienden de rederijkerskamer De klimmende Leeuwerik op. Hij bestreed de heersende psalmberijming in een sarcastisch geschrift Petri Datheni, CL psalmi (1752), dat aanvankelijk in handschrift bleef, maar enkele jaren later door iemand gedrukt werd onder de titel Datheniana en met de gefingeerde naam Juvenalis Glaucomastix. De aanvallen daarop beantwoordde Guépin in een geestig Lofdicht voor den uitmuntenden lier- en harpdichter Petrus Dathenus (1759). Het Z.G.d.W. bezit een groot aantal onuitgegeven handschriften van hem, o.a. een humoristische beschrijving van de Vlissingse kermis (1765).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
P.J. Meertens
Literatuur
- Lambrechtsen, Jan Guépin.
- Nagtglas, Levensberichten.
- http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=guep002