Jan Peter Balkenende
Jan Peter Balkenende | |
---|---|
Jan Peter Balkenende. Foto: Wikimedia Commons, 2006. | |
Geboren | 7 mei 1956 Biezelinge |
Beroep | minister-president en hoogleraar |
VIAF | J.P. Balkenende |
Jan Peter Balkenende is een uit Biezelinge afkomstige oud-minister president. Tussen 2001 en 2010 leidde hij vier regeringen. Na zijn aftreden in 200 werd Jan Peter Balkenende hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
Achtergrond
Jan Peter Balkenende groeide samen met twee jongere broers (Roland en Ernst-Jan) op in een gereformeerd, hecht gezin in het Zuid-Bevelandse dorp Biezelinge. Zijn vader Jan Peter sr. (geb. 1929), zoon van een Kapelle-Biezelingse ARP-wethouder, was eigenaar van een bedrijf in granen en peulvruchten. Bestuurlijk was Jan Peter sr. onder andere actief als voorzitter van het Psychiatrisch Ziekenhuis Zeeland (nu: Emergis), als lid van het hoofdbestuur van de NCRV-omroeporganisatie en was hij werkzaam in het gereformeerd jongerenwerk. Zijn moeder, Thona (Toos) Sandee (geb. 1930), was van huis uit onderwijzeres (Christelijk Nationale School) en ook zij besteedde veel tijd aan besturen (o.a. Nederlandse Christen Vrouwen Bond en de Zeeuwse Vrouwenraad) en liefdadigheid. In het gezin Balkenende, waar de ouders altijd op de Anti Revolutionaire Partij (ARP) stemden, werd veel over politiek gediscussieerd en daarbij had de oudste zoon Jan Peter vaak het hoogste woord. In zijn jeugd was Jan Peter Balkenende lid van de gereformeerde jongerenbond in Kapelle.
Opleiding
Na de basisschool (Christelijk Nationale School in Kapelle) doorliep Jan Peter Balkenende van 1968 tot 1974 het Christelijk Lyceum voor Zeeland (nu: Buys Ballotcollege) in Goes het Atheneum. Hoewel hij aanvankelijk overwoog huisarts te worden of Duits te gaan studeren koos hij daarna voor de studie geschiedenis aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij ging wonen op het studentencomplex 'Uilenstede' in Amstelveen.
Uit zijn studententijd is bekend dat de doorgaans bescheiden opererende Balkenende in de studentenvereniging ('Liber') in 1979 het Zeeuwsch Genootschap oprichtte met als leus: 'Bolus est boles'. Dit gezelschap organiseerde regelmatig mosselavonden voor niet-Zeeuwen en sloot de avond steevast af met het zingen van het Zeeuwse Volkslied. Balkenende was in zijn studententijd ook lid van het jongensdispuut PASCAL, waarvan hij in 1976 voorzitter werd. In dit dispuut kon hij zijn al aanwezige verbale kwaliteiten verder ontwikkelen.
Nadat Balkenende in 1979 ook de studie rechten oppakte kreeg hij op deze faculteit een student-assistentschap staatsrecht aangeboden. Nadat hij in 1980 zijn studie geschiedenis met succes had afgerond behaalde hij twee jaar later ook het doctoraaldiploma recht. Veel later, op 21 februari 1992, promoveerde Balkenende op een proefschrift getiteld ‘Overheidsregelgeving en maatschappelijke organisaties’.
Juridisch medewerker en stafmedewerker CDA
Na zijn afstuderen ging Jan Peter Balkenende in 1982 aan de slag als beleidsmedewerker Juridische Zaken, bureau Academische Raad. Daarna, in 1984, werd hij stafmedewerker bij het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Daar imponeerde hij door zijn kennis van zaken, ijver en vermogen om bruggen te slaan. Bij het zoeken naar een eigen profiel speelde de jonge Balkenende vanuit het Wetenschappelijk Instituut duidelijk een belangrijke rol en steeg zijn aanzien.
In zijn ideeën en geschriften over de ideale samenleving zette Balkenende zich zowel af tegen het doorgedraaide individualisme van de liberalen als tegen de verstarrende overheidsdwang van de socialisten. De eigen verantwoordelijkheid van het maatschappelijk middenveld en traditionele gemeenschappen zoals bijvoorbeeld gezin, kerk, vakbond en sportvereniging dienden volgens Balkenende prioriteit te krijgen.
Tijdens zijn werkperiode bij het Wetenschappelijk Instituut participeerde Jan Peter Balkenende actief in een denkgroepje – met onder andere partijleider Jaap de Hoop Scheffer, Ab Klink en Ernst Hirsch Ballin. Ook de socioloog Anton Zijderveld was hier nauw bij betrokken, mede vanwege Zijderveld's bezorgdheid over de teloorgang van het maatschappelijk middenveld in Nederland. Balkenende’s denken werd daarnaast ook sterk beïnvloed door de geschriften van de Amerikaanse socioloog Etzioni (o.a. ‘The golden rule’) die appelleerden aan het verantwoordelijkheidsgevoel van de burgers voor hun naasten. De overheid zou daarbij meer als een partner dan als een grote regisseur moeten optreden. Etzioni zelf noemde Balkende later overigens 'één van de belangrijkste morele leiders van Europa'.
Bianca Hoogendijk
In 1987 leerde Jan Peter Balkenende CDA-beleidsmedewerker Bianca Hoogendijk (geb. 1960) kennen. Hoogendijk is de dochter van een ondernemer en werkte als assistent bij de CDA-fractie van de Tweede Kamer. Het paar trouwde in 1996 – Balkenende is dan 40 -, waarna in 1999 dochter Amelie werd geboren. In dat jaar ging het paar ook voor het eerst samenwonen in een twee-onder-één-kapwoning in Capelle aan de IJssel. Bianca Hoogendijk was universitair docente arbeidsrecht aan de Erasmus Universiteit.
Van Kamerlid naar Premier
In zijn studententijd was Jan Peter Balkende onder andere bestuurlijk actief in de faculteitsraad en de VU-vereniging. In 1978 werd hij lid van de jongerenafdeling van het CDA, het CDJA. Vier jaar later, in 1982, nam hij voor het CDA zitting in de gemeenteraad van Amstelveen, waar hij zich na zijn studie voorlopig vestigde.
In de gemeenteraad van Amstelveen leerde Balkenende het politieke handwerk. Al snel viel bij de anderen zijn scherpe geest op en werd hij als een ‘high potential’ gezien. Ook zijn verfijnde gevoel voor humor viel bij velen op. In totaal zat Balkende zestien jaar in de Amstelveense gemeenteraad namens het CDA, waarvan vier jaar als fractieleider. Jan Peter Balkenende stond in 1989 op de verkiezingslijst voor het Europees Parlement, maar op een te lage, onverkiesbare plaats.
In deze periode (1993) werd Jan Peter Balkenende (parttime) bijzonder hoogleraar christelijk sociaal denken aan de VU, een functie die hij tot zijn beëdiging als minister-president in 2002 vervulde.
Kamerlid
In 1998 nam Balkenende afscheid van het Wetenschappelijk Instituut en op 19 mei van dat jaar kwam hij met 28 andere CDA’ers in de Tweede Kamer. Hij specialiseerde zich aanvankelijk op de prestigieuze portefeuille financiën, een onderwerp waarvan hij aanvankelijk niets afwist, maar het zich wel in korte tijd eigen maakte.
Lijsttrekker en fractievoorzitter
Balkenende bleef Kamerlid tot 2001. Daarna nam hij de leiding van de partij over van de met elkaar kibbelende Jaap de Hoop Scheffer en Marnix van Rij - met nipt verschil gekozen boven Pieter van Geel - en werd lijsttrekker en fractievoorzitter van het CDA. Mede door zijn grote ideologische bagage – nodig in de strijd vanuit de oppositie tegen het paarse kabinet – kreeg hij onverwacht de leiding. Als nieuwe lijsttrekker trok Balkenende fel van leer tegen het ‘paarse’ kabinet van PvdA en VVD, dat in zijn ogen de publieke moraal had verwaarloosd (zich onder andere manifesterend in de ‘gedoogcultuur’) en ondanks een florerende economie veel problemen op zijn beloop liet in onderwijs, veiligheid en gezondheidszorg. Zijn boodschap sloeg aan. In de peilingen groeide het CDA weer.
Fortuyn en het premierschap
Nadat de wereld er na 11 september 2001 (aanslag Twin Towers New York) anders ging uitzien veranderde Nederland in 2002 in een politieke snelkookpan. De atypische politicus Pim Fortuyn veroverde in korte tijd ons land en leek de nieuwe premier te gaan worden. Totdat hij op 6 mei 2002, anderhalve week voor de verkiezingen, werd vermoord door milieuactivist Folkert van der Graaf. Het CDA werd echter daarna, op 15 mei 2002, de grootste partij en Balkenende onverwacht de nieuwe premier.[1]
Kabinetten Balkende
Balkenende I
Het eerste kabinet Balkenende, een verbond tussen CDA, VVD en LPF, werd een grote teleurstelling. Vooral het chaotische optreden van de onervaren ministers en staatssecretarissen van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) en het geruzie binnen deze partij leidde er toe dat deze coalitie slechts 87 dagen overeind bleef. Op 16 oktober 2001 viel dit kabinet.[2]
Balkenende II
Omdat een nieuwe coalitie niet mogelijk was, werden er in 2003 opnieuw verkiezingen gehouden. Hier won het CDA onder leiding van Balkenende nog een zetel en werd de partij met 44 zetels wederom de grootste van Nederland. Omdat de PvdA een groot deel van haar verlies van een jaar eerder goedmaakte en naar 42 zetels steeg, werden aanvankelijk coalitiebesprekingen gevoerd tussen het CDA en de PvdA. Deze mislukten echter, waarna het CDA een coalitie sloot met de VVD en D66. Op 27 mei 2003 werd het kabinet-Balkenende II geïnstalleerd.[3]
Het kabinet Balkende II werd tijdens haar zittingsperiode geconfronteerd met een aantal internationale crisissen. Zo was er de Irak-oorlog (maart 2003) waaraan het aarzelend steun verleende, het referendum over de Europese grondwet (juni 2005) en het wel of niet deelnemen aan een vredesmissie in Afghanistan (eind 2005). Ook binnenlands werd Balkenende II volop geconfronteerd met moeilijke issues zoals het voorgenomen huwelijk van prins Friso met Mabel Wisse-Smit (2003) en de voorgestelde grondwetswijziging met betrekking tot de gekozen burgemeester (2005). Persoonlijk leed was er in deze periode voor Jan Peter Balkende door een levensbedreigende infectie aan zijn rechtervoet, waar hij lange tijd van moest herstellen (september/oktober 2004).
Ook het kabinet Balkenende II haalde de eindstreep niet. Op 29 juni 2006 viel de regering nadat D66 zich terugtrok uit het kabinet vanwege een door die partij maar niet door een Kamermeerderheid gesteunde motie van wantrouwen tegen minister van Vreemdelingenzaken Rita Verdonk.[4]
Balkenende III
Het vertrek van D66 leidde uiteindelijk tot het kortstondige 'rompkabinet' Balkenende III van CDA en VVD dat wegens reguliere nieuwe verkiezingen al na enkele maanden demissionair moest worden. Het kabinet Balkenende III regeerde van 7 juli 2006 tot 22 februari 2007. Ze hadden samen 71 van de 150 zetels in de Tweede Kamer en waren voor een meerderheid afhankelijk van de gedoogsteun van LPF, ChristenUnie (CU) en de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP).
Balkenende IV
Bij de Kamerverkiezingen van 22 november 2006 verloor het CDA drie zetels, maar werd het opnieuw de grootste partij, net voor de PvdA van Wouter Bos.[5] Het leidde uiteindelijk tot het kabinet Balkenende IV, een coalitie van CDA, PvdA en Christen Unie, dat op 22 februari 2007 werd beëdigd.[6]
Ook de regeringsperiode van Balkenende IV was niet de gemakkelijkste tijd. Zo was er de wereldwijde krediet- of bankencrisis die vanuit de Verenigde Staten overwaaide naar Europa. In Nederland leidde het er toe dat de regering vele miljarden moest uittrekken voor tijdelijke nationalisatie (en daarmee de redding) van enkele grote banken. Andere grote dossiers waarmee de regering Balkenende IV te kampen had waren onder andere de legermissie naar Uruzgan, de opvolging van de F16 door de JSF, de verhoging van de pensioenleeftijd en de evaluatie van de deelname aan de Irakoorlog.
Op 20 februari 2010 viel het kabinet Balkenende IV. De reden was de besluitvorming over de militaire missie in Uruzgan. De PvdA-ministers en staatssecretarissen boden hun ontslag aan en de overige kabinetsleden van CDA en ChristenUnie stelden hun portefeuilles ter beschikking.[7] [8]
Balkenende IV ging uiteindelijk als demissionair kabinet zonder de PvdA verder tot de verkiezingen van 9 juni 2010.
Verkiezingsnederlaag 2010
Ondanks twijfel van een aantal partijprominenten werd Jan Peter Balkenende bij de verkiezingen van 9 juni 2010 opnieuw lijsttrekker. Het leidde dit keer tot een grote nederlaag. Het CDA verloor 20 zetels en Balkenende kondigde daarna meteen zijn aftreden aan als partijleider.[9]
Hij gaf tevens aan niet meer in de nieuwe Kamer terug te keren. Op 14 oktober 2010 kwam met het aantreden van het kabinet-Rutte I een definitief einde aan het kabinet-Balkenende IV en daarmee aan het premierschap van Jan Peter Balkenende.[10]
Na de politiek
Na zijn premierschap stapte Jan Peter Balkenende over naar de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar hij 'Governance, Institutions & Internationalisation' ging doceren. Op 1 april 2011 trad Balkenende als partner toe tot Ernst & Young Nederland, waarbij hij advies verleent aan cliënten van de onderneming en aan het internationale topmanagement van de groep, met name op het snijvlak van de publieke en de private sector. In 2017 werd Balkenende lid van de raad van commissarissen van de ING-bank. Deze bank ontving tijdens de kredietcrisis in 2008 onder zijn premierschap staatssteun. Op 14 oktober 2022 werd Jan Peter Balkenende benoemd tot minister van staat.
Betekenis
Jan Peter Balkenende werd onverwacht minister-president van Nederland in een voor ons land zeer turbulente tijd. De politieke en maatschappelijke escalatie als gevolg van de Fortuyn-revolte en de moord op Pim Fortuyn daarna hadden Nederland in korte tijd min of meer in een ander land veranderd. Na een valse start met de LPF leidde workaholic Balkenende op zijn eigen manier daarna meerdere kabinetten. Hij zag het premierschap zelfs als een roeping. Gedreven vanuit zijn geloof.
De ideeën van Jan Peter Balkenende zijn vooral gevormd in zijn (gereformeerde) jeugd en zijn tijd bij het wetenschappelijk instituut van het CDA. Met zijn nadruk op normen en waarden ('Fatsoen moet je doen'), op het gezin, een verantwoordelijke overheid, het belang van het maatschappelijk middenveld en op burgerdoelen zette hij zich af tegen het paarse pragmatisme. Het verwijt - m.n. vanuit de linkerhoek - dat hij de verzorgingsstaat sloopte wierp hij verre van zich. In zijn ogen was die inmiddels veel te zwaar en mede door het claimende en calculerende gedrag van de burgers op lange termijn onbetaalbaar. Het eigen initiatief en het maatschappelijke middenveld moesten in zijn ogen die leemte opvullen. Ook op een ander heikel thema, migratie, koos Balkenende voor een strengere koers. Dat gold ook voor de veiligheid (hogere straffen) en het beheer van de overheidsfinanciën, die in zijn ogen uit het lood waren geslagen door onverantwoord paars beleid.
Vanwege zijn relatieve onervarenheid in de nationale politiek en soms ook gestuntel (zaak Mabel Wisse Smit, zaak Hirsi-Ali of 'Margaritagate') werd Balkenende in eigen land wel eens een gebrek aan leiderschap verweten. In het buitenland had Balkenende daar echter minder last van en voelde zich daar vaak uitstekend op zijn gemak. Ondanks zijn wat saaie uitstraling was hij internationaal geliefd en wist hij voor ons land bijvoorbeeld in EU-verband gunstige deals - zoals korting op de bijdragen - uit het vuur te slepen en genoot hij al snel aanzien. Hoewel Jan Peter Balkenende bij het grote publiek bekend stond om zijn stijve, calvinistische, wat provinciaals aandoende optreden en zijn gedateerde kapsel ('Harry Potter') - waar Balkenende zich overigens nooit wat van aantrok - was hij onder intimi en in kleine kring geliefd om zijn attente, voorkomende optreden, zijn hartelijkheid en humor. Tijdens zijn premierschap nam hij altijd volop de tijd om een praatje te maken met het publiek of op de foto te gaan met anderen. Een toegankelijke minister-president, een antiheld die door sommigen werd geminacht, maar ook door grote groepen kiezers uit het midden in de armen werd gesloten. In zijn vrije tijd maakte 'JP' zich onder buurtgenoten vaak geliefd vanwege zijn bescheiden gedrag en inzet voor de wijk waar hij woonde. Het lijkt er dan ook op dat het grote publiek de echte Jan Peter Balkende nooit heeft leren kennen. Het ging Balkende dan ook altijd om de inhoud, nooit om de vorm. In dat opzicht bleef hij een echte calvinist.
Prive/trivia
Jan Peter Balkenende heette tot zijn twaalfde Peter Balkenende. Nadat de plaatselijke tandarts hem een keer met 'Jan Peter' had aangesproken heeft hij die naam overgenomen.
Balkenende was altijd trots op zijn Zeeuwse afkomst. Tijdens schaarse momenten van vrije tijd tijdens zijn premierschap aarzelde hij bijvoorbeeld niet de Zeeuwse dialectendag, een Zeeuwse klederdrachtenshow of een klein Zeeuws museum te bezoeken. Bij die gelegenheden aarzelde hij zelfs niet af en toe een mondje Zeeuws te spreken.[11] Jan Peter Balkende houdt van muziek en is dol op autoracen, snelle auto's en een liefhebber van Engelse sportwagens. Zijn lievelingseten is spaghetti carbonare. Zijn muziekvoorkeur: Abba, The Beatles, Celine Dion en Witney Houston. Verder houdt hij van strakke design meubelen (Corbusier), moderne beeldende kunst en musicals.
Overige bestuursfuncties (selectie)
- Vicevoorzitter NCRV
- Voorzitter Christen Juristen Vereniging
- Lid bestuur Stichting Christelijke Pers (uitgever van Trouw)
- Lid commissie bezinning christelijke vakbeweging
- Lid bestuur Stichting Parlementaire geschiedenis
Prijzen/eretekens
- Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau, 2010.
Publicaties (selectie)
- Overheidsregulering en maatschappelijke organisaties (dissertatie, 1992)
- Verantwoordelijkheid en recht, een beschouwing over pluriformiteit, maatschappelijke verantwoordelijkheid en verdeling van taken en bevoegdheden (1995)
- Vertrouwen in de economie, het debat (1997)
- Anders en beter; Pleidooi voor een andere aanpak in de politiek vanuit een christen-democratische visie op de samenleving, overheid en politiek (2002)
Bronnen
Auteur
W. van Gorsel, 2024
Noten
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'CDA grote winnaar', in: PZC, 16 mei 2002, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'LPF schuift zwarte Piet door', in: PZC, 17 oktober 2002, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Kabinet Balkenende II kiest offensief beleid', in: PZC, 28 mei 2003, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Balkenende bepleit rompkabinet', in: PZC, 1 juli 2006, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'SP winnaar, CDA grootste', in: PZC, 23 november 2006, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Balkenende IV met Beatrix op het bordes', in: PZC, 23 februari 2007, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Stabiliteit lijkt ver weg', in: PZC, 22 februari 2010, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'En weer gaat het mis', in: PZC, 22 februari 2010, pag. 6
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Sleutelrol voor Rutte en Cohen; Balkenende weg', in: PZC, 10 juni 2010, pag. 1
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Zeeuws geluid klinkt minder in Den Haag', in: PZC, 15 oktober 2010, pag. 24
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Balkenende spreekt openhartig over zijn Zeeuwse afkomst', in: De Faam, 7 september 2005, pag. 3