Jan Heyse
Jan Heyse | |
---|---|
Jan Heyse bij het tentoonstellingsgebouw in Domburg in 1912 temidden van Ferdinand Hart Nibbrig (links) en Annie Toorop-Hall (rechts), foto, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 19493 | |
Geboren | 1882 Zierikzee |
Overleden | 4 februari 1954 Middelburg |
Beroep | kunstschilder |
VIAF | J. Heyse |
Jeugd
Jan Heyse werd geboren in Zierikzee. Zijn vader was lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland. In 1892 verhuisde het gezin naar een groot huis aan de Lange Delft in Middelburg. Hij begon al vroeg met tekenen en zou in 1899 naar de Rijksacademie in Amsterdam gaan studeren. Daar was Jan Sluijters onder meer klasgenoot van hem. In 1904 trok hij opnieuw bij zijn ouders in, die nu in het huis 'het Witte Hardt' aan de Rouaansekaai woonden.
Werk
Vermoedelijk vond Heyse tijdens de tentoonstelling van Vlaamse Primitieven en Oude Kunst in Brugge in 1902 zijn eigen richting in de kunst. Geïnspireerd door Hans Memling (1440-1494) ging hij madonna's schilderen, maar wel in de Zeeuwse klederdrachten. Deze madonna's drukken eerder moederliefde dan een religieuze interpretatie uit. Toen zijn vader in 1913 overleed bezorgde dit hem een erfenis waarvan hij zonder verdere inkomsten sober kon leven, waardoor hij zich zorgeloos aan de schilderkunst kon wijden. In datzelfde jaar trouwde hij met de Middelburgse Miesje Visser. Het echtpaar vestigde zich in Veere in het huis de Kolve op de Markt.
Werkwijze en invloed
Heyse schilderde madonna's, kinderen, naakten, stadsgezichten en landschappen, doorgaans van het Walcherse of Zeeuwse land. Naast het schilderen maakte hij ook vele houtsnedes die van grote kwaliteit waren. Hij maakte hiervan zelfs blokboekjes, die, net als in de middeleeuwen, bestonden uit een tekst en afbeeldingen die uit hetzelfde blok werden gesneden. Op zijn schilderijen lijkt het of er geen beweging of geluid aanwezig is. Dat wordt versterkt door de azuurblauwe lucht en egale kleurvlakken die zijn onderwerpen omringen. Van zijn schilderijen straalt een volmaakte rust uit. Jan Heyse bekleedt binnen de Zeeuwse kunstschilders een volstrekt eigen plaats door stijl en de eigenschap dat hij zich in het geheel niet liet leiden door andere richtingen dan zijn eigen oeuvre en verstilde kunst die hij zijn gehele leven, of toch zeker na 1902, gevolgd heeft. De overzichtstentoonstelling 'in schoonheid verstild' in het Marie Tak van Poortvlietmuseum in 1996 die geheel aan het werk van Heyse was gewijd liet zien dat hij tot de beste Zeeuwse kunstschilders van de twintigste eeuw gerekend mag worden.
Bibliografie
- Cronycxken der stad Veere (S.l., 1919).
- Pinksterkermis (Middelburg, 1921).
- Westenschouwe (Veere, 1930).
- Sinterklaas opzeg rympjes (Middelburg, 2006).
Auteur
-J. Francke, 2016.