Jan Erasmus Reyning/EvZ1982-1984

(Vlissingen 1640 bij Bilbao 4 febr. 1697). Boekanier en zeeofficier. Voer op koopvaarders, kaper- en oorlogsschepen, zat gevangen in Ierland, reisde naar West-Indië en sloot zich aan bij de boekaniers onder de bekende en beruchte Henry Morgan. Na korte tijd in Spaanse dienst te zijn geweest, begaf hij zich in 1672 naar Curaçao en veroverde voorzien van een lastbrief van de gouverneur van dat eiland, in dienst van de Westindische Compagnie, een aantal Franse en Engelse schepen. In patria teruggekeerd werd hij door de admiraliteit te Amsterdam aangesteld tot commandeur van het jacht `De Fortuin' in het eskader van Jacob Binckes, dat in 1676 naar West-Indië werd gezonden. Reyning trok naar Curaçao, waar hij werd belast met het bevel over de vestingwerken aldaar. Repatrieerde en ondernam handelsreizen naar West-Indië en de Middellandse Zee. Na het uitbreken van de oorlog met Frankrijk voer hij in 1689 uit als Amsterdams commissievaarder. In 1693 wist hij vijf door de Duin kerkers genomen zoutschepen te heroveren; het jaar daarop onderscheidde hij zich als bevelhebber van de `Drakensteyn' bij het bombardement van Brest. Als extra-ordinaris kapitein bij de Amsterdamse admiraliteit werd Reyning in 1697 met de `Nvmegen' naar Bilbao gezonden om Nederlandse koopvaarders vandaar naar het vaderland te konvooieren. In een hevige storm sloeg zijn schip op 4 februari op de banken voor de Spaanse kust en verging met man en muis.