Jan Dommisse

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Jan Dommisse
Dommisse Jan.jpg
Jan Dommisse, detail van foto met daarop het bestuur van de ZLM kring Walcheren, ca. 1926-1927, bron: ZA, ZLM-archief, 185-11.
Geboren 4 mei 1877 Biggekerke
Overleden 3 juni 1928 Biggekerke
Beroep landbouwer
VIAF [1]

Algemeen

Jan Dommisse was representatief voor de kleine landbouwers die deels voortkwamen uit de arbeidersstand. Zijn vader Adriaan was eerst arbeider en had zich in de late 19de eeuw tot klein-landbouwer opgewerkt. Zijn moeder was Adriana Kraaije. De ongehuwde Jan Dommisse ontwikkelde een grote activiteit in het verenigingsleven en experimenteerde met de verbetering van rassen van onder meer gerst en aardappelen. Naast zijn landbouwbedrijf handelde hij in landbouwmachines en pootgoed.[1] Voor anderen verzorgde hij de gewasbestrijding – met andere woorden: hij was loonsproeier.

Advertentie voor de verkoop van landbouwmachines door J. Dommisse in 1923, bron: Krantenbank Zeeland, de Zeeuw, 12 februari 1923, pag. 4.

Ontwikkeling Bigo gerst

Dommisse was correspondent voor de Plantenziektekundige Dienst te Wageningen en verbeterde samen met ir. C. Stevens, werkzaam bij de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw (ZLM), door middel van stamboomselectie diverse landbouwproducten. Een succes werd de naar het dorp Biggekerke genoemde Bigo-gerst, die tot in de jaren 1930 in zuidwestelijk Nederland populair bleef.[2] Het was een vierrijig Zeeuws landras. Verder probeerde Dommisse tot verbetering van (blauwe) aardappelrassen te komen, onder meer met proefvelden op zware klei bij Nieuw- en Sint-Joosland. Ook beheerde hij proefvelden waar werd geëxperimenteerd met de bestrijding van de plantenziekte graanbrand.

Werkzaamheden voor de ZLM en deelname aan commissies

Jan Dommisse (zittend tweede van links) temidden van het bestuur van de ZLM kring Walcheren, ca. 1926-1927, met daaronder jhr. P.J. Bogaart (midden), bron: ZA, ZLM-archief, 185-11.

Door zijn uitgebreide kennis van de landbouw werd Dommisse alom bekend als adviseur op agrarisch gebied, waarbij zijn praktische instelling en rechttoe – rechtaan benadering algemeen werden gewaardeerd. Binnen de ZLM was hij onder meer lid van de commissie voor het belastingwezen en van de arbitragecommissie voor de aardappelhandel. Als voorzitter van de landbouwvereniging van Biggekerke, die in 1918 toetrad tot de ZLM, was hij een van de leden van het Algemeen Bestuur van de Kring Walcheren van de ZLM. Vanaf juni 1926 was Dommisse adjunct-secretaris van de Kring, vanaf januari 1927 (betaald) secretaris-penningmeester. Aan de voorbereiding van de provinciale landbouwtentoonstelling die de Kring Walcheren in 1927 organiseerde, besteedde hij veel werk.

Als vertegenwoordiger van de Vereniging van Oud-Leerlingen aan Land- en Tuinbouwcursussen op Walcheren maakte Dommisse na de reorganisatie van de ZLM vanaf 1919 deel uit van het ZLM-hoofdbestuur. Hij woonde elke vergadering ervan bij, maar nam weinig deel aan de discussies. In 1927 bleek zijn vooruitstrevende blik toen hij zich uitsprak voor het algemeen gebruik van de aardappelsorteermachine in plaats van de traditionele horren waarmee de maat van de aardappel voor de handel werd bepaald – een gebrekkig instrument. Inzake de bemaling van Walcheren – al dan niet met een gemaal – nam hij een genuanceerd standpunt in. Binnen de Kring Walcheren was hij lid van de commissie ter bestudering van de oorzaken van het kwijnen van de handel in boter en eieren op de Middelburgse markt. Hij was ook secretaris van de in 1927 opgerichte commissie voor de export van slacht- en pluimvee uit Walcheren naar Duitsland.

Andere werkzaamheden

Dommisse’s was begaan met de landarbeiders, hetgeen bleek uit zijn bestuurslidmaatschap (secretaris-penningmeester) van de in 1922 opgerichte vereniging tot uitvoering van de Landarbeiderswet op Walcheren. Deze moest ervoor zorgen dat landarbeiders met steun van overheden land in pacht en een eigen huis in eigendom konden krijgen. Voor deze vereniging verzorgde hij propagandalezingen. Verder was hij vanaf 1920 bestuurslid van de Boerenleenbank te Biggekerke en commissaris van de Coöperatieve Volksspaar- en Voorschotbank voor Zeeland. Vanaf 1919 was Dommisse tweede secretaris van de toen opgerichte afdeling Biggekerke van de Christelijk-Historische Unie en vanaf 1926 van de Zeeuwse Scherpschuttersbond ‘Pro Patria’.

In het Zeeuwse nummer van De Veldbode van eind 1928 verscheen postuum een artikel van de hand van Jan Dommisse over de Bigo-gerst.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteurs

-L. Hageman, herz. J.P. Zwemer, 2019

Bronnen

Literatuur

Archivalia

Zeeuws Archief (ZA), Middelburg

  • Archief ZLM, inv.nrs. 14 en 15 (notulen Hoofdbestuur en Algemene Vergaderingen 1924-1928)
  • Archief Kringen van de ZLM, inv.nr. 5 (notulen bestuur Kring Walcheren 1918-1934)

Noten