Jacob Boreel (ridder, heer van Westhoven en Duinbeke)

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Jacob Boreel (ridder, heer van Westhoven en Duinbeke)
VOC2.jpg
Jacob Boreel behoorde tot de oprichters van de VOC in Middelburg, foto: J. Francke, 2008.
Geboren 28 oktober 1552 Middelburg
Overleden 19 december 1636 Middelburg
Beroep magistraat en oprichter VOC
VIAF Jacob Boreel (ridder, heer van Westhoven en Duinbeke)

Prestaties

Geldt als een der oprichters van de Oost-Indische Compagnie. Zoon van Pieter Boreel; vergezelde deze op diens vlucht naar Engeland, maar keerde tijdens het beleg van Middelburg door Oranje in 1573 terug en nam actief deel aan de belegering van de stad (februari 1574). In 1576 werd hij raad van Middelburg, in 1580 Waardijn van de Munt, vervolgens was hij van 1584 tot 1601 Muntmeester, terwijl hij sinds 1598 diverse keren het ambt van burgemeester van Middelburg waarnam. Als kolonel van een regiment voetvolk nam hij in 1602 deel aan het beleg van Sluis. In 1609 presideerde hij, bij het sluiten van het bestand met Spanje, de vergadering van de Staten te Bergen op Zoom.

Gezant naar Engeland, rekenmeester en raadslid

Met Dirk Meerman, raad en schepen van Delft en de Advocaat Fiskaal van de Staten van Holland, Hugo de Groot, vormde hij het gezantschap dat in 1613 naar Engeland gezonden werd om geschillen over de Oost-Indische Compagnie en de walvisvaart op te lossen; bij deze gelegenheid werd hij door Jacobus I in de ridderstand verheven; in 1610 was hij reeds door koop heer van Westhoven en Duinbeke geworden. In 1620 werd hij namens de stad Middelburg benoemd tot Raad en Rekenmeester van de Rekenkamer van Zeeland. Een val in 1629 verminkte hem zodanig dat hij tot zijn dood op krukken aangewezen was. Johan, een zoon uit zijn eerste huwelijk met Maria Passchier, werd de stamvader van de Zeeuwse Boreels; Willem, uit zijn tweede huwelijk met Maria Gremminck, van de Amsterdamse.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

L. Hageman

Literatuur