Hondenbelastingpenning

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hondenbelastingpenning

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Deze penning diende als bewijsstuk, dat de eigenaar van één of meer honden, de belasting die voor het houden daarvan werd geheven, betaald had. De penning moest op een duidelijk zichtbare wijze (dus aan de halsband) door de hond worden gedragen. De hondenbelasting werd in Nederland ingevoerd aan het eind van de 18e eeuw. In Rotterdam was reeds in 1802 sprake van een hondenbelastingpenning, die aan de eveneens verplichte halsband werd gedragen en die men jaarlijks in de maand augustus moest laten vervangen. Het doel was tweeledig: a. het heffen van deze belasting droeg bij tot het vullen van de ledige gemeentekas en b. de veiligheid van de burgers. Er liepen toentertijd nogal wat loslopende en niet gemuilkorfde honden in de stad. In 1802 werd men dan ook gewaarschuwd dat 'een Burger binnen deze Stad wonende, door een kwaedaerdige hond is beledigd geworden'. Als regel waren de penningen aan de voorzijde voorzien van het wapen van de gemeente van uitgifte en aan de keerzijde van een nummer. Tijdens de Duitse bezetting (1941) werd in geheel Nederland de hondenbelastingpenning afgeschaft; de hondenbelasting bleef echter bestaan. Indien thans een hond van een penning aan de halsband is voorzien, betekent dit dat het dier is ingeënt; voor elke entstof is een andere penning(vorm) in omloop en de penning wordt verstrekt door de behandelende dierenarts. Het materiaal is een blikachtig metaal. In het Zeeuws Museum zijn alleen hondenbelastingpenningen van de gemeente Vlissingen aanwezig. Ze zijn van rood of geel koper vervaardigd. Het oudste exemplaar dateert van 1887. Ook in Middelburg werden dergelijke penningen uitgegeven.


AUTEUR

A.A. v.d. Poel


LITERATUUR

Polak, Rotterdamsche hondenpenningen.