Hendrik Krayesteijn (ook geschreven als Kraayensteijn of Krayestein)
Hendrik Krayesteijn (ook geschreven als Kraayensteijn of Krayestein) | |
---|---|
Geboren | 1772 Amsterdam |
Overleden | 14 juli 1831 Middelburg |
Beroep | Directeur Amsterdamse schouwburg, daarna van een rondreizend toneelgezelschap. |
Biografie
Directeur van de Amsterdamse schouwburg, daarna van een rondreizend toneelgezelschap. Kocht in 1817 het Herenlogement van Oranje in de Lange Noordstraat te Middelburg, waar hij in 1818 een afdeling van de Maatschappij V.W. (Vooruitgang door Wetenschap) oprichtte. Was voorzittend meester van de vrijmetselaarsloge `L'enfant de lavertu' te Veere. Schreef vele gedichten, onder andere ‘Aan Zeeland bij de heugelijke bevalling der Prinses van Oranje’ (1817), ‘De Broederliefde’ (1821), ‘De watersnood’(1825), ‘Vaderland en Koning’ (1825), ‘De Verlichting’ (1825) en vele toneelstukken en zangspelen, onder meer ‘De verheugde haringvisschers’ (1814), ‘De Joden’ (1817), ‘Mercuur en Ceres, bij het openen der nieuwe haven van Middelburg’ (1817), ‘De uitstap naar den Abeele’ (1818), ‘Het landelijk feest, of de blijde herinnering aan het openen der nieuwe haven te Goes’. Hij is de vader van de schilder Abraham Krayestein (Kraaye(n)steijn).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
P.J. Meertens
Literatuur
- Nagtglas, Levensberichten.
- C. Vosmaer, Rozendaalsche vlugmaren, De Nederlandsche Spectator, 1887.