Heerema

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Heerema

Bedrijf dat is gespecialiseerd in het ontwerpen, bouwen, installeren en vervoeren van offshore-faciliteiten voor de olie- en gasindustrie.

Sleepboot met poot voor booreiland, foto: A. van Wyngen, 1975ZB, Beeldbank Zeeland, rec. nr. 110577

Geschiedenis van het bedrijf

1948: Het begin

De basis voor het Heerema-concern werd gelegd door Pieter Schelte Heerema. Deze Nederlandse ingenieur stichtte in 1948 in Maracaibo (Venezuela) een aannemersbedrijf in betonconstructies. Later groeide dit uit tot een onderneming die constructies in het Meer van Maracaibo bouwde. Het bedrijf was gespecialiseerd in de bouw en installatie van boorplatforms, pieren, kades en bruggen voor de olie-industrie. De keuze voor Venezuela hing samen met het oorlogsverleden van de oprichter. Hij was in de Tweede Wereldoorlog lid van de waffen-SS en vertrok na gevangenschap in 1947 met zijn gezin naar Zuid-Amerika.

1960-1980: Schaalvergroting

Vanaf 1960 ging Heerema ook aan de slag in de Noordzee. Vanwege het vaak onstabiele weer in dit deel van de wereld lagen daar grote kansen voor het bedrijf in de opkomende olie- en gasindustrie. Met behulp van betere kraanschepen lukte het steeds beter grotere offshore-platforms in één keer te plaatsen, waardoor er minder platforms nodig zijn en ze sneller in productie konden worden genomen.

In 1963 werd de Noorse tanker Sunnaas door Heerema omgebouwd tot het kraanschip Global Adventure (capaciteit: 300 shortton). Daarmee was het schip het eerste kraanschip in de offshore dat een echte scheepsvorm had. Een vorm die beter paste bij de soms ruwe Noordzee dan de bakken die dan in de Golf van Mexico werden gebruikt.

Na de Global Adventure bouwde Heerema in de jaren daarna steeds weer grotere kraanschepen. In 1968 volgde de Challenger (650 shortton), in 1972 de Champion (1100 shortton), in 1974 de Thor (2000 shortton) en in 1976 de Odin (3000 shortton). Hierdoor was het voor Heerema mogelijk steeds grotere units te bouwen, waardoor de installatietijd (en kosten) omlaag konden.

Dit schaalvergrotingsproces ging in 1978 verder met de bouw van de zgn. half-afzinkbare kraanschepen Balder en Hermod. Deze kraanschepen bestonden uit twee pontons met elk drie kolommen, waarop het dek rust. Het offshore-werk kon nu ook bij slecht weer gewoon doorgaan.

Sea Quest, foto: A. van Wyngen, ca. 1975ZB, Beeldbank Zeeland, rec. nr. 62034

1981: Heerema Vlissingen

De prijzen voor olieproducten kwamen in de jaren 80 steeds meer onder druk te staan. Hierdoor waren er minder investeringen in olie- en gasplatforms en verslechterden de vooruitzichten voor Heerema. Vanwege deze ontwikkeling besloot Heerema het aanbod uit te breiden, onder andere met de bouw van offshore-units. Daartoe werd in 1982 onder andere een werf in Vlissingen overgenomen. (Heerema Havenbedrijf B.V.).[1]

In de jaren daarna bouwde Heerema aanzienlijke ervaring op met zgn. 'Turn key-projecten', waarbij Heerema opdrachten 'sleutelklaar' afleverde. Voor de klant kon het tot aanzienlijke kostenreducties leiden. In de praktijk ging het om het ontwerp, constructie en installatie van vele platforms op het Nederlandse deel van het continentaal plat.

In 1990 nam Heerema het staalconstructiebedrijf Grootint over. Dit bedrijf was op dat moment een van de vier grote staalconstructiebedrijven in Nederland en was gespecialiseerd in de bouw van zeer grote, complexe staalconstructies en bijv. bruggen en sluizen. Om het volledige productieproces te beheren werd in 1990 ook de Heerema Fabrication Group (HFG) opgericht. De werf in Vlissingen was een van de onderdelen daarvan. In 1995 werd de HFG uitgebreid met een werf in Hartlepool (Engeland). Hierdoor kreeg Heerema ook toegang tot de belangrijke Engelse markt.[2]

De werf in Vlissingen kreeg intussen genoeg opdrachten. In 1996 bedroeg de omzet bijna 600 miljoen gulden en de netto-winst 38 miljoen gulden. Er werd meestal gewerkt met een vast personeelsbestand van tenminste 150 man. In drukke tijden was dat uit te breiden naar 600 man. Er werd dan vooral gewerkt met ingeleend personeel, vaak afkomstig uit Groot-Brittannië, waar veel ervaring bestond met offshore activiteiten.[3] Een van de mega-opdrachten die Heerema Vlissingen kreeg betreft de bouw van een onderstel van een enorm boorplatform voor de Noorse kust in 2002. Het was op dat moment het grootste platform dat het bedrijf tot dan heeft gemaakt.[4]

Booreiland ligt klaar voor transport, foto: J. Wolterbeek, 2001ZB, Beeldbank Zeeland, rec. nr. 128818

In 2003 wijzigde Heerema Havenbedrijf haar naam in Heerema Vlissingen B.V. De naam Grootint werd gewijzigd in Heerema Zwijndrecht B.V. De activiteiten van Heerema in Tønsberg werden in 2005 gestopt. Een en ander is het gevolg van de wereldwijd afnemende vraag naar offshore-activiteiten. Toch kwamen er voor de Vlissingse werf op dat moment nog voldoende orders binnen.[5]

In 2006 nam Heerema het Amerikaanse ingenieursbureau HFG Egineering US over. Twee jaar later, in 2008, bouwde Heerema in Polen een nieuwe vestiging genaamd HFG Polska. De nieuwe vestiging was gespecialiseerd in kleine staalconstructies, die werden verwerkt in offshore productie-platforms.

In mei 2009 werd HFG Engineering Europe BV opgericht. Het bedrijf was een dochteronderneming van de Heerema Fabrication Group, een engineering bedrijf dat gespecialiseerd was in het ontwerpen van multi-disciplinaire onshore en offshore faciliteiten en was gericht op de Europese (incl. Skandinavische) markt. De standplaats is Zwijndrecht.

2016: Crisis

Als gevolg van de afnemende investeringen in de olie- en gasindustrie werd in november 2016 bekend gemaakt dat meer dan de helft van de 770 arbeidsplaatsen bij HFG verloren gaan. Het verlies in Nederland zou rond de 350 (van de 500) liggen. Alle vier werven (Zwijndrecht, Vlissingen, Engeland en Polen) zouden echter open blijven, ook al vanwege het specialistische karakter van de afzonderlijke werven. De verwachtingen voor de werkgelegenheid op middellange termijn waren echter niet goed. Door de bezuinigingsoperatie gingen er bij Heerema Vlissingen meer dan 100 banen verloren.[6] Hierdoor blijven er in 2018 nog 49 banen over.

Auteur

W. van Gorsel, 2017

Bronnen

Sites

Krantenbank Zeeland

Noten

-