Hans Warren/EvZ1982-1984
(Borssele 20 oktober 1921 – Goes 19 december 2001). Dichter, prozaïst, criticus. Was enkele jaren ambtenaar op de gemeentesekretarie van Borssele, woonde jarenlang in Nanterre (Fr.), later in Kloetinge. In de periode 1941-1952 publiceerde hij bijdragen over het waarnemen van vogels in tijdschriften als De Levende Natuur, Ardea, De Wandelaar en In weer en wind. Veelal handelen deze bijdragen over natuurgebieden in Zeeland. In het tijdschrift Ardea publiceerde hij samen met D.A. Vleugel en G.F. Wilmink een 'Avifauna van Zuid-Beveland' (1947). Zijn enige ornithologische publicatie in boekvorm is de studie 'Nachtvogels' (1949). Bovendien vertaalde hij een reeks boeken over de natuur. Grote invloed had op hem Jac. P. Thijsse, die hij persoonlijk heeft gekend. Naarmate de aantasting van het Zeeuwse landschap voortging, schreef Warren minder over het natuurleven. Zijn eerste gedichten publiceerde Warren nog tijdens de oorlog in illegale tijdschriften als Maecenas en Parade der Profeten. In 1946 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Pastorale'. Hij publiceerde 26 afzonderlijke bundels. In 1972 en in 1981 verschenen zijn 'Verzamelde gedichten'. Zijn eerste poëzie heeft voornamelijk de liefde en de natuur als onderwerp, de vorm van zijn gedichten is aanvankelijk traditioneel. De invloed van de experimentele is merkbaar in de bundel 'Leeuw lente (1954). Vanaf 'Saki' (1957) vond Warren een onmiskenbaar eigen geluid. Naar vorm is deze poëzie sober, hij schrijft in een beheerste vrije versvorm. Zijn thematiek is liefde, schoonheid en dood. Het Zeeuwse landschap speelt een rol in zijn poëzie van vóór 1957. Het meest bekend werd Warren echter door zijn 'Geheim Dagboek', over de periode 1942-2001. In totaal verschenen hiervan tussen 1981 en 2009 23 delen (de laatste delen werden bezorgd door Warren’s partner Mario Molengraaf, met wie hij ook diverse vertalingen, onder meer het volledige werk van de dichter Kavafis, uitgaf). De korte roman 'Steen der hulp' (1975) speelt in een niet nader aangeduid Zeeuws dorp. Een belangrijke bijdrage aan het literaire leven in Zeeland leverde Warren met zijn 'Letterkundige Kroniek' in de PZC. Voor zijn kritische arbeid ontving hij in 1970 de Pierre Bayleprijs. In 1958 werd de bundel 'Saïd' bekroond met de Van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1971 kreeg hij de Zeeuwse Prijs voor Kunsten en Wetenschappen, in 1981 de Culturele Prijs van de Gemeente Goes. Jarenlang was Warren redacteur van het 'Zeeuws Tijdschrift'. In 2004 werd de literaire nalatenschap van Hans Warren aan de Zeeuwse Bibliotheek overgedragen.