Grasmussen
Grasmussen |
---|
Grasmussen (Silvia commúnis)
Een familie van kleine zangvogels, waarvan verschillende soorten in Zeeland voorkomen. Het zijn trekvogels, die in Afrika overwinteren en van april tot in oktober bij ons te zien zijn. Mannetje heeft grijze kop, witte keel en roodbruine vleugels. Vrouwtje heeft ook roodbruine vleugels. De zang is een kort 'gekrabbel', soms in baltsvlucht. Broedvogel van hagen, struikgewas, begroeide dijken en open duinen. In Zeeland veel voorkomende broedvogel (1000-2000 paar), die echter in aantal is afgenomen. Dialect; Walcheren, Zuid-Beveland: braemschietertje
Braamsluiper (Silvia curruca)
Kleiner en grijzer dan de grasmus zonder roodbruin op de vleugels en met een kenmerkende donkere vlek op de oor veren. De zang is een typisch geratel, voorafgegaan door een zacht gekrabbel, meestal vanuit een goed verborgen zitplaats. In Zeeland vrij algemene broedvogel (250-500 paar) van duinstruwelen, doornhagen langs wegen en dijken en in open bossen park landschappen met struiken. Lijkt de laatste jaren te zijn toegenomen.
Tuinfluiter (Silvia bórin)
Effen grijsbruin verenkleed zonder opvallende kenmerken. Korte snavel en ronde kop. Muzikale zang, als een snelle merelzang, zonder scherpe tonen en vaak langer aangehouden dan de zwartkop. In Zeeland algemene broedvogel (1000-2000 paar) door de gehele provincie. Broedt in bossen en parken, tuinen, duinstruwelen en dergelijke. Lijkt in aantal af te nemen.
Zwart kop (Silvia atricapilla)
Mannetje heeft een zwarte kopkap, vrouwtje en onvolwassen vogels een bruine. Donkere rug en grijze buik. Zang scherp, minder lang aangehouden en gevarieerder dan van tuinfluiter. In Zeeland algemene broedvogel (500-1000 paar) door de gehele provincie in dezelfde gebieden als tuin fluiter. Neemt in aantal toe. Soms worden ook zwartkoppen in de winter waargenomen.
Sperwergrasmus (Silvia nisória)
Zeldzame dwaalgast in het najaar uit Oost-Europa.
Auteur
-P.L. Meininger