Geselaars (flagellanten, Cruusbroeders, Penitenten)
Geselaars (flagellanten, Cruusbroeders, Penitenten) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Dweepzieke horden van zelfkastijders die vooral na de epidemie van de builenpest (zwarte dood-1348) in Duitsland en meer oostelijk gelegen landen in een wilde en godsdienstige geestdrift rondtrokken. Ze drongen aan op strenge zedelijke ernst en keerden zich tegen weelde, overdaad en onkuisheid. Waar zij joden ontmoetten sloegen zij dezen dood omdat zij hen zagen als de oorzaak van de zwarte dood. Na de vasten van 1349 bereikte deze beweging ook onze landen. Doornik werd de stad waarheen ze nogal eens trokken. Daar verrichtten zij op de markt in het openbaar hun boetedoeningen. In de week van 15 augustus kwamen er niet minder dan zes groepen aan, meer dan duizend man in totaal. De kerk en de magistraten wisten er geen raad mee. Onder hen was ook een groep uit Sluis van ongeveer 300 man. Deze stad schijnt een verzamelpunt te zijn geweest van waaruit de flagellanten hun tocht begonnen. Nadien vertrokken er vandaar nog twee groepen. Robert van Avesbury, een tijdgenoot, meldt in zijn kroniek dat een groep van meer dan 120 geselaars, meest Zeeuwen en Hollanders, naar Engeland overstak en op 29 september 1349 Londen bereikte. Voor de St. Paulskathedraal verrichtten zij in het openbaar hun boete. Vier van hen zongen in hun taal liederen, die door de overigen in koor werden beantwoord. Een van de nog bekende refreinen luidde: Nu slaet u seer door Christus leer, door God so laet die sonden meer.Toen deze beweging luwde, gingen kerk en overheid ingrijpen.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen
LITERATUUR
Fredericq, Corpus documentorum.